De moeizame weg naar een staatsspoorwegbedrijf

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 5: Regel 5:
 
Het mag nog steeds een wonder genoemd worden dat het principe van staatsaanleg door een liberale meerderheid tenslotte geslikt is. Van Hall's deskundige verdediging deed veel goed, en de Kamers moeten de spoorwegkwestie zo langzamerhand beu geweest zijn. Bovendien zei men dat Van Hall het ontwerp zodanig had ingericht dat aan ieder kiesdistrict de gewenste lijn werd voorgespiegeld, zodat de Kamerleden wel haast moesten voorstemmen, om thuis geen moeilijkheden te krijgen.[[Noten TIN19-2-H7#7-66|<sup>[66]</sup>]] Als concessie aan de liberalen onder Thorbecke werd nog in de voorstellen opgenomen dat de wijze van exploitatie later bij wet geregeld zou worden. Op 27 juli 1860 werden de regeringsvoorstellen met 49 tegen 23 stemmen aangenomen, waarna de Eerste Kamer op 17 augustus van dat jaar met 34 voor en 6 tegen haar fiat aan de wet gaf, waardoor 800 km spoorlijn door de staat zou worden aangelegd. Bij nader inzien vond men toch ook een lijn Arnhem-Nijmegen nodig, en daar particulieren niet in staat waren een dergelijke kostbare lijn met twee bruggen over de Waal en Rijn te doen bouwen, stelde de regering in 1873 voor deze lijn ook van staatswege te doen aanleggen. Nijmegen was al sinds 1865 met Kleve verbonden door de Rheinische Eisenbahn, maar had nog altijd geen verbinding met het Nederlandse spoorwegnet. Zonder veel tegenstand werd ook dit voorstel aangenomen.
 
Het mag nog steeds een wonder genoemd worden dat het principe van staatsaanleg door een liberale meerderheid tenslotte geslikt is. Van Hall's deskundige verdediging deed veel goed, en de Kamers moeten de spoorwegkwestie zo langzamerhand beu geweest zijn. Bovendien zei men dat Van Hall het ontwerp zodanig had ingericht dat aan ieder kiesdistrict de gewenste lijn werd voorgespiegeld, zodat de Kamerleden wel haast moesten voorstemmen, om thuis geen moeilijkheden te krijgen.[[Noten TIN19-2-H7#7-66|<sup>[66]</sup>]] Als concessie aan de liberalen onder Thorbecke werd nog in de voorstellen opgenomen dat de wijze van exploitatie later bij wet geregeld zou worden. Op 27 juli 1860 werden de regeringsvoorstellen met 49 tegen 23 stemmen aangenomen, waarna de Eerste Kamer op 17 augustus van dat jaar met 34 voor en 6 tegen haar fiat aan de wet gaf, waardoor 800 km spoorlijn door de staat zou worden aangelegd. Bij nader inzien vond men toch ook een lijn Arnhem-Nijmegen nodig, en daar particulieren niet in staat waren een dergelijke kostbare lijn met twee bruggen over de Waal en Rijn te doen bouwen, stelde de regering in 1873 voor deze lijn ook van staatswege te doen aanleggen. Nijmegen was al sinds 1865 met Kleve verbonden door de Rheinische Eisenbahn, maar had nog altijd geen verbinding met het Nederlandse spoorwegnet. Zonder veel tegenstand werd ook dit voorstel aangenomen.
 
Met de wetten van 1860 en 1873 was een geweldige stap vooruit gezet in de ontwikkeling van het Nederlandse spoorwegnet, maar er waren nog wel wat lacunes overgebleven, die door de wet van 1875 alsnog werden opgevuld. Deze wet werd vervolgens met bijna algemene stemmen aangenomen, wel een verschil met 1860![[Noten TIN19-2-H7#7-67|<sup>[67]</sup>]]  [[Afbeelding:TIN19II_blz152.jpg|thumb|350px|right|Spoorwegnet 1880]]
 
Met de wetten van 1860 en 1873 was een geweldige stap vooruit gezet in de ontwikkeling van het Nederlandse spoorwegnet, maar er waren nog wel wat lacunes overgebleven, die door de wet van 1875 alsnog werden opgevuld. Deze wet werd vervolgens met bijna algemene stemmen aangenomen, wel een verschil met 1860![[Noten TIN19-2-H7#7-67|<sup>[67]</sup>]]  [[Afbeelding:TIN19II_blz152.jpg|thumb|350px|right|Spoorwegnet 1880]]
De overheid was echter niet de enige die spoorwegen bouwde, want ook anderen durfden nu nieuwe initiatieven aan. Zo vroeg en kreeg de HIJSM in 1870 concessie voor een zeer belangrijke lijn Amsterdam-Hilversum-Amersfoort-Apeldoorn-Zutphen, de zogenaamde Oosterspoorweg, met een zijtak van Hilversum naar Utrecht. Aansluitend aan de Oosterspoor legde de Nederlandsch-Westfaalsche Spoorwegmaatschappij de lijn Zutphen-Winterswijk aan, en gaf die lijn in exploitatie aan de hijsm. In Winterswijk werden over Borken en Bocholt twee verbindingen gemaakt met de Bergisch-Märkische Eisenbahn. Toen het laatste deel in 1878/1880 gereed kwam, beschikte de HIJSM dus over een eigen verbinding met het Ruhrgebied en al gauw ontwikkelde zich een groot kolenvervoer over de nieuwe lijn.  
+
De overheid was echter niet de enige die spoorwegen bouwde, want ook anderen durfden nu nieuwe initiatieven aan. Zo vroeg en kreeg de HIJSM in 1870 concessie voor een zeer belangrijke lijn Amsterdam-Hilversum-Amersfoort-Apeldoorn-Zutphen, de zogenaamde Oosterspoorweg, met een zijtak van Hilversum naar Utrecht. Aansluitend aan de Oosterspoor legde de Nederlandsch-Westfaalsche Spoorwegmaatschappij de lijn Zutphen-Winterswijk aan, en gaf die lijn in exploitatie aan de HIJSM. In Winterswijk werden over Borken en Bocholt twee verbindingen gemaakt met de Bergisch-Märkische Eisenbahn. Toen het laatste deel in 1878/1880 gereed kwam, beschikte de HIJSM dus over een eigen verbinding met het Ruhrgebied en al gauw ontwikkelde zich een groot kolenvervoer over de nieuwe lijn.  
Ook de nrs, die ingesloten dreigde te raken door de nieuwe staatsspoorwegen en met de Oosterspoor een grote concurrent zag verschijnen, ontplooide grote activiteit. Na veel geharrewar met de hijsm kreeg de nrs concessie voor een lijn Gouda-Den Haag en in 1870 werd de lijn naar de [[begrippenlijst#Residentie|residentie]] geopend, inclusief een verbindingsspoor met het station van de Hollandsche Spoor aldaar. Een jaar tevoren was de verbindingsbaan Harmelen-Breukelen in gebruik genomen, zodat de nrs nu rechtstreeks kon concurreren met de hijsm in de verbinding Amsterdam-Rotterdam. Een paar kleintjes moeten volledigheidshalve nog genoemd worden. Tilburg-Nijmegen werd na veel moeilijkheden door een Engelse maatschappij, de Zuid-Ooster Spoorwegmaatschappij, gebouwd en in 1881 geopend, terwijl Boxtel-Goch-Wesel in 1878 door de Noordbrabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij in gebruik werd genomen. Men had zich veel van het internationale vervoer Londen-Berlijn langs deze lijn voorgesteld, maar de uitkomsten vielen tegen en de maatschappij bleef noodlijdend.
+
Ook de nrs, die ingesloten dreigde te raken door de nieuwe staatsspoorwegen en met de Oosterspoor een grote concurrent zag verschijnen, ontplooide grote activiteit. Na veel geharrewar met de hijsm kreeg de nrs concessie voor een lijn Gouda-Den Haag en in 1870 werd de lijn naar de [[begrippenlijst#Residentie|residentie]] geopend, inclusief een verbindingsspoor met het station van de Hollandsche Spoor aldaar. Een jaar tevoren was de verbindingsbaan Harmelen-Breukelen in gebruik genomen, zodat de NRS nu rechtstreeks kon concurreren met de HIJSM in de verbinding Amsterdam-Rotterdam. Een paar kleintjes moeten volledigheidshalve nog genoemd worden. Tilburg-Nijmegen werd na veel moeilijkheden door een Engelse maatschappij, de Zuid-Ooster Spoorwegmaatschappij, gebouwd en in 1881 geopend, terwijl Boxtel-Goch-Wesel in 1878 door de Noordbrabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij in gebruik werd genomen. Men had zich veel van het internationale vervoer Londen-Berlijn langs deze lijn voorgesteld, maar de uitkomsten vielen tegen en de maatschappij bleef noodlijdend.

Versie op 26 sep 2007 13:33