De overslag van kolen en erts

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 1: Regel 1:
Kolen en [[begrippenlijst#Erts|erts]] [[afbeelding:05_J853_T_4_5.JPG|thumb|300px|right|De mechanisatie van de overslag van droog massagoed begon in Rotterdam in de kolensector.]] hadden verschillende eigenschappen, waardoor overslagtechnieken die werden ontwikkeld voor de ene goederensoort niet automatisch geschikt waren voor de andere. De brokstukken erts waren veel groter dan de kolen en moesten vaak met pikhouweel en puntschep worden losgemaakt voordat ze konden worden overgeslagen. Kolen konden gemakkelijker in de bakken worden geschept, maar waren veel kwetsbaarder voor vergruizing, waardoor de kwaliteit tijdens de overslag sterk terugliep. Beide goederensoorten volgden lange tijd een eigen mechanisatietraject, toch kwamen ze uit op een dominantie van dezelfde overslagtechniek, de [[Grijperkranen en laadbruggen|'''grijperkraan''']].  
+
[[afbeelding:05_J853_T_4_5.JPG|thumb|300px|right|De mechanisatie van de overslag van droog massagoed begon in Rotterdam in de kolensector.]]Kolen en [[begrippenlijst#Erts|erts]] hadden verschillende eigenschappen, waardoor overslagtechnieken die werden ontwikkeld voor de ene goederensoort niet automatisch geschikt waren voor de andere. De brokstukken erts waren veel groter dan de kolen en moesten vaak met pikhouweel en puntschep worden losgemaakt voordat ze konden worden overgeslagen. Kolen konden gemakkelijker in de bakken worden geschept, maar waren veel kwetsbaarder voor vergruizing, waardoor de kwaliteit tijdens de overslag sterk terugliep. Beide goederensoorten volgden lange tijd een eigen mechanisatietraject, toch kwamen ze uit op een dominantie van dezelfde overslagtechniek, de [[Grijperkranen en laadbruggen|'''grijperkraan''']].  
 
Kolen voor de binnenlandse markt werden in de negentiende eeuw uit zowel Engeland, België als Duitsland geïmporteerd.(17)In de tweede helft van de negentiende eeuw begonnen de Duitse kolen steeds meer te domineren; tegen 1900 werden ze ook een belangrijk exportproduct en onmisbaar voor de groeiende vloot van stoomschepen, die havens moesten aandoen om kolen in te nemen (bunkeren). De ertsaanvoer steeg ook snel in de laatste decennia van de negentiende eeuw, maar de goederenstroom ging wel de andere kant op, richting Duitsland, als grondstof voor de snel groeiende staalindustrie.  
 
Kolen voor de binnenlandse markt werden in de negentiende eeuw uit zowel Engeland, België als Duitsland geïmporteerd.(17)In de tweede helft van de negentiende eeuw begonnen de Duitse kolen steeds meer te domineren; tegen 1900 werden ze ook een belangrijk exportproduct en onmisbaar voor de groeiende vloot van stoomschepen, die havens moesten aandoen om kolen in te nemen (bunkeren). De ertsaanvoer steeg ook snel in de laatste decennia van de negentiende eeuw, maar de goederenstroom ging wel de andere kant op, richting Duitsland, als grondstof voor de snel groeiende staalindustrie.  
 
De eerste mechanisatie van de kolenoverslag in Rotterdam betrof de directe lossing van de inhoud van spoorwagons in zeeschepen. Het waren de Duitse kolenexporteurs die hiertoe de aanzet gaven.(18)De export van kolen uit Westfalen werd sinds 1877 op losse wijze gecoördineerd door de Westfälischer Kohlen-Ausfuhr-Verein, een samenwerkingsverband van 23 over exportkolen beschikkende mijnen. Deze tot 1894 bestaande organisatie beoogde de afzet van Westfaalse kolen in binnen- en buitenlandse havens te bevorderen en ging zodoende de concurrentie met de Engelse kolen aan. In de havens op het Europese continent was de wijze van overslag een belemmering voor een [[begrippenlijst#Expansie|expansie]] van deze export. De arbeiders verrichtten hun werk als aangenomen arbeid en werkten de kolen daarom zo snel mogelijk in de bakken, waardoor de kolen niet omzichtig werden behandeld en braken. Mechanisatie zou dit kwaliteitsverlies kunnen voorkomen en tegelijkertijd de overslag veel sneller en goedkoper maken. In januari 1878 drong de Ausfuhr-Verein er in een circulaire bij Noordwest-Europese havens op aan om in navolging van Engelse havens kolentips in gebruik te nemen. Een [[De ontwikkelingen in kolen- en ertsoverslag|'''kolentip''']] was een apparaat waarmee spoorwagons opgeheven en vervolgens gekanteld konden worden om de kolen in één keer in het zeeschip te lossen. Pas in tweede instantie, in 1884, toonde de gemeente Rotterdam zich gevoelig voor dit idee, omdat ze de uitvoer van Duitse kolen als een mogelijkheid zag om de haven aantrekkelijker te maken: het ontbrak binnenkomende schepen nu vaak aan retourvracht.(19)Het was deze belofte van extra goederenstromen die de gemeente tot een innovatie stimuleerde en ervoor zorgde dat ze de vraag of de kolentip wel winstgevend was van minder belang vond.  
 
De eerste mechanisatie van de kolenoverslag in Rotterdam betrof de directe lossing van de inhoud van spoorwagons in zeeschepen. Het waren de Duitse kolenexporteurs die hiertoe de aanzet gaven.(18)De export van kolen uit Westfalen werd sinds 1877 op losse wijze gecoördineerd door de Westfälischer Kohlen-Ausfuhr-Verein, een samenwerkingsverband van 23 over exportkolen beschikkende mijnen. Deze tot 1894 bestaande organisatie beoogde de afzet van Westfaalse kolen in binnen- en buitenlandse havens te bevorderen en ging zodoende de concurrentie met de Engelse kolen aan. In de havens op het Europese continent was de wijze van overslag een belemmering voor een [[begrippenlijst#Expansie|expansie]] van deze export. De arbeiders verrichtten hun werk als aangenomen arbeid en werkten de kolen daarom zo snel mogelijk in de bakken, waardoor de kolen niet omzichtig werden behandeld en braken. Mechanisatie zou dit kwaliteitsverlies kunnen voorkomen en tegelijkertijd de overslag veel sneller en goedkoper maken. In januari 1878 drong de Ausfuhr-Verein er in een circulaire bij Noordwest-Europese havens op aan om in navolging van Engelse havens kolentips in gebruik te nemen. Een [[De ontwikkelingen in kolen- en ertsoverslag|'''kolentip''']] was een apparaat waarmee spoorwagons opgeheven en vervolgens gekanteld konden worden om de kolen in één keer in het zeeschip te lossen. Pas in tweede instantie, in 1884, toonde de gemeente Rotterdam zich gevoelig voor dit idee, omdat ze de uitvoer van Duitse kolen als een mogelijkheid zag om de haven aantrekkelijker te maken: het ontbrak binnenkomende schepen nu vaak aan retourvracht.(19)Het was deze belofte van extra goederenstromen die de gemeente tot een innovatie stimuleerde en ervoor zorgde dat ze de vraag of de kolentip wel winstgevend was van minder belang vond.  

Versie op 8 aug 2007 11:30