De praktijk van de zuivelleraar

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 2: Regel 2:
  
 
In de provincies Gelderland en Overijssel moest de zuivel[[Begrippenlijst#Consulent|consulent]] echter nog zijn uiterste best doen om duidelijk te maken dat het anders moest en dat het anders kon.
 
In de provincies Gelderland en Overijssel moest de zuivel[[Begrippenlijst#Consulent|consulent]] echter nog zijn uiterste best doen om duidelijk te maken dat het anders moest en dat het anders kon.
De Geldersch-Overijselsche Maatschappij van Landbouw besloot om de secretaris van de Afdeling Kampen, J.J. van Weydom Claterbos, in de wintermaanden van 1889/90 te steunen bij een rondgang langs alle afdelingen waarbij hij propaganda voor een zuivelschool van de Maatschappij zou maken. Het zou een [[De commissie Pasma|'''niet-plaatsgebonden cursus''']] worden. De nog aan te stellen [[begrippenlijst#Wandellerares|leraar(vergelijk: wandellerares)]] zou vier of zes weken op een ter beschikking gestelde boerderij verblijven, en de nodige moderne hulpmiddelen meebrengen. De plaatsen waar hij in de zomer zou zijn, werden vastgesteld op aanvraag van cursisten. De leraar zou in staat moeten zijn om aanschouwelijk praktisch en een beetje theoretisch onderricht te geven aan '' 'boerenmeisjes die niet anders dan gewoon lager onderwijs hadden genoten'.''[[Noten TIN19-1-H4#4-31|<sup>[31]</sup>]]  
+
De Geldersch-Overijselsche Maatschappij van Landbouw besloot om de secretaris van de Afdeling Kampen, J.J. van Weydom Claterbos, in de wintermaanden van 1889/90 te steunen bij een rondgang langs alle afdelingen waarbij hij propaganda voor een zuivelschool van de Maatschappij zou maken. Het zou een [[De commissie Pasma|'''niet-plaatsgebonden cursus''']] worden. De nog aan te stellen [[begrippenlijst#Wandellerares|leraar]] (vergelijk: wandellerares) zou vier of zes weken op een ter beschikking gestelde boerderij verblijven, en de nodige moderne hulpmiddelen meebrengen. De plaatsen waar hij in de zomer zou zijn, werden vastgesteld op aanvraag van cursisten. De leraar zou in staat moeten zijn om aanschouwelijk praktisch en een beetje theoretisch onderricht te geven aan '' 'boerenmeisjes die niet anders dan gewoon lager onderwijs hadden genoten'.''[[Noten TIN19-1-H4#4-31|<sup>[31]</sup>]]  
  
 
[[Afbeelding:Boterkeuring_1910.jpg|thumb|340px|left|Boterkeuring]]  
 
[[Afbeelding:Boterkeuring_1910.jpg|thumb|340px|left|Boterkeuring]]  

Versie op 22 apr 2008 11:41