De productie van voedsel

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 51: Regel 51:
 
Bedrijven schakelden over op andere energiebronnen, grondstoffen en procestechnieken en ze lieten vanaf 1900 machines steeds vaker ontwerpen met het oog op nieuwe kwaliteitseisen, zoals op het gebied van de hygiëne.  
 
Bedrijven schakelden over op andere energiebronnen, grondstoffen en procestechnieken en ze lieten vanaf 1900 machines steeds vaker ontwerpen met het oog op nieuwe kwaliteitseisen, zoals op het gebied van de hygiëne.  
  
De kennis over micro-organismen, door Louis Pasteur (1822-1895) en anderen rond 1870 [[begrippenlijst#Genereren|gegenereerd]], had in wetenschappelijke kring een ware [[begrippenlijst#Paradigma|paradigma]] wisseling teweeggebracht. Als gevolg hiervan was zorg voor hygiëne een must geworden in het productie- en distributieproces en de verdere transformatiefases van voedsel. Voor een zeer bederfelijke grondstof als melk, bijvoorbeeld, was een hygiënische behandeling van het allerhoogste belang. Nauwkeurige naleving van de regels van hygiëne bij de boter- en kaasproductie was eveneens een gevoelde noodzaak, alleen al uit concurrentieoverwegingen. Hygiënische motieven leidden bij de vleesproductie tot de ontwikkeling van beter te reinigen machines en werkruimten.[[Noten TIN20-3-H1#1-29|<sup>[29]</sup>]] Het nieuwe hygiënische regime stimuleerde tevens de aandacht voor het verpakken van voedingsmiddelen. Doordat de verpakking ook functies op het gebied van bijvoorbeeld de reclame vervulde, werkte het als een integrerend mechanisme in de voedingsmiddelenketen als geheel. Net als de conserveringstechnieken koelen en vriezen bracht verpakking de vorming van kleinere en grotere subketens met zich mee, binnen en tussen de schakels van de voedingsmiddelenketen als geheel. De ontwikkeling van machines voor continuproductie (van grondstof tot en met verpakt eindproduct) was een reactie op de gelijktijdige aandacht voor hygiëne en verpakking en verhoogde ook de [[begrippenlijst#Efficientie|efficiëntie]]. Een voorbeeld van een nieuwe machine die alle bewerkingen zonder tussenkomst van arbeiders uitvoert, was de [[begrippenlijst#Votator|votator]] voor de margarineproductie, ingevoerd bij Unilever in 1938. De toepassing van verschillende vormen van conservering vereiste eveneens machines die bij de bewerking en verpakking (inblikken, bottelen) bacteriële besmetting minimaliseerden.[[Noten TIN20-3-H1#1-30|<sup>[30]</sup>]] Processen van mechanisering zijn, kortom, niet alleen typerend voor de techniekontwikkeling van de voeding in de negentiende eeuw. Van automatisering tot en met computergestuurde procesbewaking zijn ze tot op heden van bijzonder groot belang gebleven.
+
De kennis over micro-organismen, door Louis Pasteur (1822-1895) en anderen rond 1870 [[begrippenlijst#Genereren|gegenereerd]], had in wetenschappelijke kring een ware [[begrippenlijst#Paradigma|paradigma]] wisseling teweeggebracht.  
 +
 
 +
Als gevolg hiervan was zorg voor hygiëne een must geworden in het productie- en distributieproces en de verdere transformatiefases van voedsel. Voor een zeer bederfelijke grondstof als melk, bijvoorbeeld, was een hygiënische behandeling van het allerhoogste belang. Nauwkeurige naleving van de regels van hygiëne bij de boter- en kaasproductie was eveneens een gevoelde noodzaak, alleen al uit concurrentieoverwegingen. Hygiënische motieven leidden bij de vleesproductie tot de ontwikkeling van beter te reinigen machines en werkruimten.[[Noten TIN20-3-H1#1-29|<sup>[29]</sup>]] Het nieuwe hygiënische regime stimuleerde tevens de aandacht voor het verpakken van voedingsmiddelen. Doordat de verpakking ook functies op het gebied van bijvoorbeeld de reclame vervulde, werkte het als een integrerend mechanisme in de voedingsmiddelenketen als geheel. Net als de conserveringstechnieken koelen en vriezen bracht verpakking de vorming van kleinere en grotere subketens met zich mee, binnen en tussen de schakels van de voedingsmiddelenketen als geheel. De ontwikkeling van machines voor continuproductie (van grondstof tot en met verpakt eindproduct) was een reactie op de gelijktijdige aandacht voor hygiëne en verpakking en verhoogde ook de [[begrippenlijst#Efficientie|efficiëntie]]. Een voorbeeld van een nieuwe machine die alle bewerkingen zonder tussenkomst van arbeiders uitvoert, was de [[begrippenlijst#Votator|votator]] voor de margarineproductie, ingevoerd bij Unilever in 1938. De toepassing van verschillende vormen van conservering vereiste eveneens machines die bij de bewerking en verpakking (inblikken, bottelen) bacteriële besmetting minimaliseerden.[[Noten TIN20-3-H1#1-30|<sup>[30]</sup>]] Processen van mechanisering zijn, kortom, niet alleen typerend voor de techniekontwikkeling van de voeding in de negentiende eeuw. Van automatisering tot en met computergestuurde procesbewaking zijn ze tot op heden van bijzonder groot belang gebleven.

Versie op 7 apr 2008 11:05