De verwerking van vitamines in voedingsmiddelen

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 18: Regel 18:
 
Er kwam ook een geheel nieuw soort onderzoek op gang: het nauwkeurig testen van de diverse industriële en huishoudelijke bewerkings-, bewarings- of [[blik, glas en papier|'''verpakkingsmethoden''']] van voedsel op mogelijk negatieve effecten voor het vitaminegehalte.  
 
Er kwam ook een geheel nieuw soort onderzoek op gang: het nauwkeurig testen van de diverse industriële en huishoudelijke bewerkings-, bewarings- of [[blik, glas en papier|'''verpakkingsmethoden''']] van voedsel op mogelijk negatieve effecten voor het vitaminegehalte.  
  
Werd de ziekte [[De ontdekking van vitamines|'''beriberi''']] immers niet veroorzaakt door het polijsten van rijst, waarbij essentiële bestanddelen verloren gingen? Hoe zat het dan bijvoorbeeld met vitamine C in geconserveerde groenten en fruit of in verse, diepgevroren of gekookte spinazie en met de B-vitamines na verhitting van melk alsmede het bètacaroteengehalte van gedroogde wortelen?  
+
Werd de ziekte [[De ontdekking van vitamines|'''beriberi''']] immers niet veroorzaakt door het polijsten van rijst, waarbij essentiële bestanddelen verloren gingen? Hoe zat het dan bijvoorbeeld met vitamine C in geconserveerde groenten en fruit of in verse, diepgevroren of gekookte spinazie en met de B-vitamines na [[De kwaliteit van de consumptiemelk|'''verhitting van melk''']] alsmede het bètacaroteengehalte van gedroogde wortelen?  
  
 
Een neerslag van de hevige [[begrippenlijst#Preoccupatie|preoccupatie]] met vitamines door wetenschappers, overheid en industrie is te vinden in het tijdschrift Voeding, waarin gedurende de jaren veertig, vijftig en zestig vele publicaties zijn opgenomen over de effecten van industriële bewerkingen (inblikken, diepvriezen, drogen) en bereidingswijzen (snijden, koken, behandelen met de mixer) op het vitaminegehalte, met name vitamine C.[[Noten TIN20-3-H5#5-15|<sup>[15]</sup>]]  
 
Een neerslag van de hevige [[begrippenlijst#Preoccupatie|preoccupatie]] met vitamines door wetenschappers, overheid en industrie is te vinden in het tijdschrift Voeding, waarin gedurende de jaren veertig, vijftig en zestig vele publicaties zijn opgenomen over de effecten van industriële bewerkingen (inblikken, diepvriezen, drogen) en bereidingswijzen (snijden, koken, behandelen met de mixer) op het vitaminegehalte, met name vitamine C.[[Noten TIN20-3-H5#5-15|<sup>[15]</sup>]]  
  
Voor het gehalte aan mineralen (calcium, kalium, magnesium, fosfor, zink) in voedingsmiddelen was een minder grote, maar toch aanzienlijke belangstelling. Ook [[begrippenlijst#Fluoridering|
+
Voor het gehalte aan mineralen (calcium, kalium, magnesium, fosfor, zink) in voedingsmiddelen was een minder grote, maar toch aanzienlijke belangstelling. Ook [[begrippenlijst#Fluoridering|fluoridering]], in verband met tand[[Begrippenlijst#Caries|cariës]], van bepaalde voedingsmiddelen (melk) en water stond in die periode ter discussie. Veel van dergelijk vergelijkend onderzoek werd in opdracht uitgevoerd door het Centrale Instituut voor het Voedingsonderzoek (CIVO) van TNO.  
fluoridering]], in verband met tandcariës, van bepaalde voedingsmiddelen (melk) en water stond in die periode ter discussie. Veel van dergelijk vergelijkend onderzoek werd in opdracht uitgevoerd door het Centrale Instituut voor het Voedingsonderzoek (CIVO) van TNO.  
+
  
Voor de [[De strijd om het margarine octrooi|'''margarine-industrie''']] bood de nieuwe techniek van het vitamineren een nieuwe kans om de concurrentiepositie ten opzichte van boter te verbeteren. In boter komen wel A- en D-vitamines voor, maar het gehalte ervan wisselde indertijd nog per jaargetijde. Boterproducenten ontbrak het aan mogelijkheden tot standaardisering. In 1927 lukte het de industrie een vitamineconcentraat uit levertraan te maken, dat vrijwel smaakloos (levertraan smaakte immers vies!) was. Toegevoegd aan margarine in de juiste verhoudingen kon het bovendien constant worden gehouden. Deze margarine met vitamines was echter bijna net zo duur als boter en verkocht toen nog niet goed.[[Noten TIN20-3-H5#5-16|<sup>[16]</sup>]] Bovendien was pas na 1935 de techniek zo ver ontwikkeld dat stabiele vitamineconcentraten aan alle betere kwaliteiten margarine konden worden toegevoegd.  
+
Voor de [[De strijd om het margarine octrooi|'''margarine-industrie''']] bood de nieuwe techniek van het vitamineren een nieuwe kans om de concurrentiepositie ten opzichte van boter te verbeteren. In boter komen wel A- en D-vitamines voor, maar het gehalte ervan wisselde indertijd nog per jaargetijde. Boterproducenten ontbrak het aan mogelijkheden tot standaardisering.  
  
Vitamines vormden ook voor reclamedoeleinden een uitstekende publiekstrekker. Fabrikanten prezen in Nederlandse tijdschriften hun artikelen voor het eerst aan door in advertenties te wijzen op het vitaminegehalte.[[Noten TIN20-3-H5#5-17|<sup>[17]</sup>]]  [[Afbeelding:Tabel_5,1.jpg|thumb|350px|right|Toepassingen van enzymen in de levensmiddelenindustrie.]]
+
In 1927 lukte het de industrie een vitamineconcentraat uit levertraan te maken, dat vrijwel smaakloos (levertraan smaakte immers vies!) was. Toegevoegd aan margarine in de juiste verhoudingen kon het bovendien constant worden gehouden. Deze margarine met vitamines was echter bijna net zo duur als boter en verkocht toen nog niet goed.[[Noten TIN20-3-H5#5-16|<sup>[16]</sup>]]
 +
Bovendien was pas na 1935 de techniek zo ver ontwikkeld dat stabiele vitamineconcentraten aan alle betere kwaliteiten margarine konden worden toegevoegd.
 +
 
 +
Vitamines vormden ook voor reclamedoeleinden een uitstekende publiekstrekker. Fabrikanten prezen in Nederlandse tijdschriften hun artikelen voor het eerst aan door in advertenties te wijzen op het vitaminegehalte.[[Noten TIN20-3-H5#5-17|<sup>[17]</sup>]]   
 +
[[Afbeelding:Tabel_5,1.jpg|thumb|350px|right|Toepassingen van enzymen in de levensmiddelenindustrie.]]
  
  
Regel 38: Regel 41:
 
'''Vitaminerage houdt aan, ondanks debat over toevoegingen'''
 
'''Vitaminerage houdt aan, ondanks debat over toevoegingen'''
  
Het gebruik van vitaminepreparaten werd vooral in de welvarende landen bijzonder populair. In Nederland kon van de mogelijkheid tot vitaminering van voedingsmiddelen echter alleen gebruik worden gemaakt op aanwijzing van de overheid, die hierin zeer terughoudend was. Warenwetbesluiten en adviezen van de Voedingsraad (1957) waren bijvoorbeeld gekant tegen het vitamineren van witbrood, omdat ‘het onjuist is eerst de goede stoffen uit het meel te verwijderen bij het maalproces en deze dan later weer als synthetische vitamines toe te voegen’.[[Noten TIN20-3-H5#5-19|<sup>[19]</sup>]] In andere landen, de Verenigde Staten voorop, was deze situatie heel anders; al vanaf het tweede decennium van de twintigste eeuw brak hier een ware vitaminerage (vitamania) uit, die nog steeds voortduurt.[[Noten TIN20-3-H5#5-20|<sup>[20]</sup>]]  
+
Het gebruik van vitaminepreparaten werd vooral in de welvarende landen bijzonder populair. In Nederland kon van de mogelijkheid tot vitaminering van voedingsmiddelen echter alleen gebruik worden gemaakt op aanwijzing van de overheid, die hierin zeer terughoudend was. Warenwetbesluiten en adviezen van de Voedingsraad (1957) waren bijvoorbeeld gekant tegen het vitamineren van witbrood, omdat ‘het onjuist is eerst de goede stoffen uit het meel te verwijderen bij het maalproces en deze dan later weer als synthetische vitamines toe te voegen’.[[Noten TIN20-3-H5#5-19|<sup>[19]</sup>]]  
 +
In andere landen, de Verenigde Staten voorop, was deze situatie heel anders; al vanaf het tweede decennium van de twintigste eeuw brak hier een ware vitaminerage (vitamania) uit, die nog steeds voortduurt.[[Noten TIN20-3-H5#5-20|<sup>[20]</sup>]]  
 +
 
 +
Over de synthetische fabricage en [[Voedingsmiddelen, ingrediënten en toevoegingen|'''toevoeging van deze stoffen''']] kwam elders, maar ook in Nederland, een debat onder de diverse deskundigen op gang dat pas in de jaren zeventig weer wat luwde, toen er zich nieuwe zorgen over, ditmaal ongewenste, stoffen in voedsel aandienden: [[Begrippenlijst#Toxicologisch|toxische]] verontreinigingen (contaminanten) en een [[Conserveermiddelen, antioxidanten en andere additieven|'''overmaat aan additieven''']] zoals conserveermiddelen.
  
Over de synthetische fabricage en toevoeging van deze stoffen kwam elders, maar ook in Nederland, een debat onder de diverse deskundigen op gang dat pas in de jaren zeventig weer wat luwde, toen er zich nieuwe zorgen over, ditmaal ongewenste, stoffen in voedsel aandienden: toxische verontreinigingen (contaminanten) en een [[Onbehagen onder consumenten over de samenstelling van voedsel|'''overmaat aan additieven''']] zoals conserveermiddelen. Voorts eisten ‘chemische imitatieproducten’ en vetperikelen de aandacht op. Een kritische Wageningse groepering, de ‘Werkgroep Voeding’, legde haar bevindingen uit die jaren neer in een op het algemene consumentenpubliek gerichte studie en meende: ''‘Voor vitaminen geldt, dat zij vanuit consumptie-oogpunt in onze landen nauwelijks een probleem vormen. Om die reden maken wij er dan ook weinig woorden aan vuil, of het moest een waarschuwing zijn voor de vitaminepreparaten, die ons naar Amerikaans voorbeeld steeds meer worden opgedrongen. Daar kunnen we heel kort over zijn: vitaminepreparaten zijn in de regel voor mensen die zich behoorlijk voeden volstrekt overbodig. Weggegooid geld dus.’''[[Noten TIN20-3-H5#5-21|<sup>[21]</sup>]]  
+
Voorts eisten ‘chemische imitatieproducten’ en vetperikelen de aandacht op. Een kritische Wageningse groepering, de ‘Werkgroep Voeding’, legde haar bevindingen uit die jaren neer in een op het algemene [[Onbehagen onder consumenten over de samenstelling van voedsel|'''consumentenpubliek''']] gerichte studie en meende: ''‘Voor vitaminen geldt, dat zij vanuit consumptie-oogpunt in onze landen nauwelijks een probleem vormen.  
 +
Om die reden maken wij er dan ook weinig woorden aan vuil, of het moest een waarschuwing zijn voor de vitaminepreparaten, die ons naar Amerikaans voorbeeld steeds meer worden opgedrongen. Daar kunnen we heel kort over zijn: vitaminepreparaten zijn in de regel voor mensen die zich behoorlijk voeden volstrekt overbodig. Weggegooid geld dus.’''[[Noten TIN20-3-H5#5-21|<sup>[21]</sup>]]  
  
Aan het eind van de twintigste eeuw bleek deze waarschuwing in de wind te zijn geslagen en was hier te lande van de terughoudendheid onder producenten en consumenten ten opzichte van vitaminepillen en vitaminering weinig meer over (zie grafiek 5.1).[[Noten TIN20-3-H5#5-22|<sup>[22]</sup>]]  Dit consumptieklimaat vormde een gunstige voorwaarde voor de plannen van producenten voor de introductie van de [[begrippenlijst#Functional foods|functional foods]] met extra toevoegingen van vitamines en mineralen.
+
Aan het eind van de twintigste eeuw bleek deze waarschuwing in de wind te zijn geslagen en was hier te lande van de terughoudendheid onder producenten en consumenten ten opzichte van vitaminepillen en vitaminering weinig meer over (zie grafiek 5.1).[[Noten TIN20-3-H5#5-22|<sup>[22]</sup>]]   
 +
Dit consumptieklimaat vormde een gunstige voorwaarde voor de plannen van producenten voor de introductie van de [[begrippenlijst#Functional-foods|functional foods]] met extra toevoegingen van vitamines en mineralen.

Versie op 13 apr 2008 14:23