Een Nederlandse fabrikant voor een Engelse rechter

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 24: Regel 24:
 
De motivatie van de aanklacht van Julien Halphen c.s. kan als volgt worden samengevat: Jurgens had nooit een licentie genomen op het oorspronkelijke [[begrippenlijst#Octrooi|octrooi]] van Mège en zondigde dus tegen de wet door [[Botervervalsing|'''kunstboter''']], gefabriceerd volgens dat procédé, naar Engeland te exporteren. De eis van de aanklagers was dan ook een volledig verbod van de export naar Engeland en bovendien een schadeloosstelling ten bedrage van de geschatte opbrengst van de export in de afgelopen jaren. Had Jurgens de zaak verloren, dan zou die laatste eis de firma waarschijnlijk financieel te gronde hebben gericht.
 
De motivatie van de aanklacht van Julien Halphen c.s. kan als volgt worden samengevat: Jurgens had nooit een licentie genomen op het oorspronkelijke [[begrippenlijst#Octrooi|octrooi]] van Mège en zondigde dus tegen de wet door [[Botervervalsing|'''kunstboter''']], gefabriceerd volgens dat procédé, naar Engeland te exporteren. De eis van de aanklagers was dan ook een volledig verbod van de export naar Engeland en bovendien een schadeloosstelling ten bedrage van de geschatte opbrengst van de export in de afgelopen jaren. Had Jurgens de zaak verloren, dan zou die laatste eis de firma waarschijnlijk financieel te gronde hebben gericht.
  
De verdediging verweerde zich op een manier die in een dergelijke octrooizaak verwacht kan worden. Men betwistte de originaliteit van de uitvinding en benadrukte dat er op dit moment en in de afgelopen jaren een groot aantal kunstboters op de markt was verschenen, die eveneens het predikaat 'kunstboter' verdienden. In het Statement of Defence werd dit als volgt onder woorden gebracht:
+
De verdediging verweerde zich op een manier die in een dergelijke octrooizaak verwacht kan worden. Men betwistte de originaliteit van de uitvinding en benadrukte dat er op dit moment en in de afgelopen jaren een groot aantal kunstboters op de markt was verschenen, die eveneens het predicaat 'kunstboter' verdienden. In het Statement of Defence werd dit als volgt onder woorden gebracht:
  
 
'' 'Various patents for the manfacture of what is known as 'Margarine', '[[Het fabricageproces van oleomargarine|''''Oleo Margarine'''']], or [[De pioniers van de margarineindustrie|''''Butterine'''']] (in which patents the plaintiffs respectively have no interest) have from time to time been registered, but all such patents are valueless. The butterine sold by these Defendants is made by a process differing essentially and entirely from the invention described in or claimed to be protected by the alleged letters patent and such butterine has for many years last past been sold in the open market in various parts of England and elsewere without any objection being taken there to by any person.' ''[[Noten TIN19-1-H5#5-44|<sup>[44]</sup>]]
 
'' 'Various patents for the manfacture of what is known as 'Margarine', '[[Het fabricageproces van oleomargarine|''''Oleo Margarine'''']], or [[De pioniers van de margarineindustrie|''''Butterine'''']] (in which patents the plaintiffs respectively have no interest) have from time to time been registered, but all such patents are valueless. The butterine sold by these Defendants is made by a process differing essentially and entirely from the invention described in or claimed to be protected by the alleged letters patent and such butterine has for many years last past been sold in the open market in various parts of England and elsewere without any objection being taken there to by any person.' ''[[Noten TIN19-1-H5#5-44|<sup>[44]</sup>]]
  
Hier doet zich een probleem voor dat in octrooikwesties meestal tot conflicten leidt: de afbakening van het terrein. Betekent een alternatieve methode met een kleine afwijking of variatie op het oorspronkelijke procédé een inbreuk op het eerste octrooi of is de nieuwe uitvinder via een andere weg tot een zelfde product gekomen? Van groot belang voor de beantwoording van de vraag is, in hoeverre daarbij is geleund op de kennis van de uitvinder van het oorspronkelijke octrooi. Niet alleen Jurgens, maar een heleboel andere kunstboterfabrikanten brachten veel verschillende kunstboters op de markt die meer of minder van Mège's procédé afweken. Daarom stond tijdens het proces de vraag centraal of de margarine die Jurgens in de periode 1871 tot 1881 op de Engelse markt had gebracht, dezelfde was die Mège in 1869 had vervaardigd, althans er in <voldoende> mate op gebaseerd was.
+
Hier doet zich een probleem voor dat in octrooikwesties meestal tot conflicten leidt: de afbakening van het terrein. Betekent een alternatieve methode met een kleine afwijking of variatie op het oorspronkelijke procedé een inbreuk op het eerste octrooi of is de nieuwe uitvinder via een andere weg tot een zelfde product gekomen? Van groot belang voor de beantwoording van de vraag is, in hoeverre daarbij is geleund op de kennis van de uitvinder van het oorspronkelijke octrooi. Niet alleen Jurgens, maar een heleboel andere kunstboterfabrikanten brachten veel verschillende kunstboters op de markt die meer of minder van Mège's procedé afweken. Daarom stond tijdens het proces de vraag centraal of de margarine die Jurgens in de periode 1871 tot 1881 op de Engelse markt had gebracht, dezelfde was die Mège in 1869 had vervaardigd, althans er in <voldoende> mate op gebaseerd was.
  
 
Al vanaf het begin in 1871 had Jurgens de fabricage van kunstboter op een eigen wijze aangepakt. Daarmee kwam zijn product steeds verder te staan van de Margarine Mouriès die in Parijs werd gemaakt. Een verschil in de bereiding was het gebruik van gesneden koeienuiers in de [[begrippenlijst#Emulsie|emulsie]] van melk en vet. Jurgens - en overigens ook Van den Bergh - vond dit een zinloze toevoeging en liet die achterwege, terwijl Mège eraan bleef vasthouden.[[Afbeelding:TIN19_blz151.jpg|thumb|right|375px|De aanvoer en ontvangst van melk]]
 
Al vanaf het begin in 1871 had Jurgens de fabricage van kunstboter op een eigen wijze aangepakt. Daarmee kwam zijn product steeds verder te staan van de Margarine Mouriès die in Parijs werd gemaakt. Een verschil in de bereiding was het gebruik van gesneden koeienuiers in de [[begrippenlijst#Emulsie|emulsie]] van melk en vet. Jurgens - en overigens ook Van den Bergh - vond dit een zinloze toevoeging en liet die achterwege, terwijl Mège eraan bleef vasthouden.[[Afbeelding:TIN19_blz151.jpg|thumb|right|375px|De aanvoer en ontvangst van melk]]
  
Een Engelse getuige deskundige werd uitgenodigd om naar Oss te komen en zelf de bereiding van de kunstboter te aanschouwen en van zijn bevindingen voor de rechtbank verslag te doen. Het lijkt erop dat Jurgens erin slaagde de rechter ervan te overtuigen dat het procédé dat in Oss werd gebruikt, fundamenteel verschilde van de praktijk in Parijs. In een brief van Sam van den Bergh aan J.L. Polak zegt deze:
+
Een Engelse getuige deskundige werd uitgenodigd om naar Oss te komen en zelf de bereiding van de kunstboter te aanschouwen en van zijn bevindingen voor de rechtbank verslag te doen. Het lijkt erop dat Jurgens erin slaagde de rechter ervan te overtuigen dat het procedé dat in Oss werd gebruikt, fundamenteel verschilde van de praktijk in Parijs. In een brief van Sam van den Bergh aan J.L. Polak zegt deze:
  
 
'' '(...) opvallend is het ook, dat de toevoeging van zoogenaamde 'tissus mamifères' (koeie-uiers) ook in dit Duitsche patent als hoofdbestanddeel wordt opgevat, een ingrediënt, dat wij noch Jurgens ooit hebben gebruikt en dat de oorzaak is geworden, dat het patent bij het groote proces in Engeland verloren is gegaan.' ''[[Noten TIN19-1-H5#5-45|<sup>[45]</sup>]]  
 
'' '(...) opvallend is het ook, dat de toevoeging van zoogenaamde 'tissus mamifères' (koeie-uiers) ook in dit Duitsche patent als hoofdbestanddeel wordt opgevat, een ingrediënt, dat wij noch Jurgens ooit hebben gebruikt en dat de oorzaak is geworden, dat het patent bij het groote proces in Engeland verloren is gegaan.' ''[[Noten TIN19-1-H5#5-45|<sup>[45]</sup>]]  
Regel 62: Regel 62:
 
Al zeer snel bleek de toevoeging van varkens-  of schapenmagen bij de bereiding van oleomargarine (voor kunstmatige vertering van de vetweefsels) overbodig en ook Mège's ingrediënt van koeienuiers vond geen navolging meer.  
 
Al zeer snel bleek de toevoeging van varkens-  of schapenmagen bij de bereiding van oleomargarine (voor kunstmatige vertering van de vetweefsels) overbodig en ook Mège's ingrediënt van koeienuiers vond geen navolging meer.  
  
Bovendien waren in Frankrijk en vooral in Engeland al kort na 1869 diverse variaties op het oorspronkelijke octrooi ingediend èn erkend.Pellerin en Julien[[Noten TIN19-1-H5#5-47|<sup>[47]</sup>]] verbeterden het octrooi van Mège door het vet te kneden en door gebruik te maken van amandelmelk. De Amerikaan Roudebush[[Noten TIN19-1-H5#5-48|<sup>[48]</sup>]] gebruikte katoenzaadolie om het vet zachter te maken en mengde dat met zure melk of room. De Deen Diderichsen nam een Brits octrooi[[Noten TIN19-1-H5#5-49|<sup>[49]</sup>]], waarbij hij dubbelkoolzure soda gebruikte voor de behandeling van het vet en er vervolgens olie aan toevoegde. De Engelsman D. Hipkens verkreeg een octrooi[[Noten TIN19-1-H5#5-50|<sup>[50]</sup>]] voor zijn procédé: hij waste het vet in water dat zout en azijnzuur bevatte. Het is overigens belangrijk te bedenken dat van de lange lijst van procédés die gepatenteerd werden, er maar weinig ook daadwerkelijk een industriële toepassing vonden.
+
Bovendien waren in Frankrijk en vooral in Engeland al kort na 1869 diverse variaties op het oorspronkelijke octrooi ingediend èn erkend.Pellerin en Julien[[Noten TIN19-1-H5#5-47|<sup>[47]</sup>]] verbeterden het octrooi van Mège door het vet te kneden en door gebruik te maken van amandelmelk. De Amerikaan Roudebush[[Noten TIN19-1-H5#5-48|<sup>[48]</sup>]] gebruikte katoenzaadolie om het vet zachter te maken en mengde dat met zure melk of room. De Deen Diderichsen nam een Brits octrooi[[Noten TIN19-1-H5#5-49|<sup>[49]</sup>]], waarbij hij dubbelkoolzure soda gebruikte voor de behandeling van het vet en er vervolgens olie aan toevoegde. De Engelsman D. Hipkens verkreeg een octrooi[[Noten TIN19-1-H5#5-50|<sup>[50]</sup>]] voor zijn procédé: hij waste het vet in water dat zout en azijnzuur bevatte. Het is overigens belangrijk te bedenken dat van de lange lijst van procedés die gepatenteerd werden, er maar weinig ook daadwerkelijk een industriële toepassing vonden.

Versie op 19 okt 2007 17:07