Een leger voorlichters

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 5: Regel 5:
  
  
Voedingsvoorlichting  werd gegeven door een allengs groeiend en wisselend netwerk van beroepen, opleidingen, instanties en organisaties. Aan het eind van de 19e eeuw begon deze poging tot beinvloeding van de eetgewoonten van het volk  met de aktiviteiten van de kook- en huishoudleraressen, onder meer afkomstig van de pas opgerichte huishoudscholen. Uit hun gelederen werden de deskundigen geworven, die nieuwe voorlichtingsorganisaties en -instituties gingen bemensen. Branche-organisaties voor zuivel, brood, groente en andere producten gingen zich eveneens al snel actief bemoeien met voorlichting in de vorm van reclame. Ook de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen (opgericht in 1912) wierp zich vanaf de jaren twintig op als voorlichtster op het gebied van het huishouden. De oprichting van de NVvH was beïnvloed door de internationaal verbreide beweging voor de rationalisering van het huishouden, die op haar beurt weer geïnspireerd werd door de efficiencybeweging in het bedrijfsleven. Tijdens de economische crisis in de jaren dertig  kwam onder andere de Commissie inzake Huishoudelijke Voorlichting en Gezinsleiding tot stand, bedoeld om het grote publiek met een karige beurs te leren omgaan met alle zaken van het huishouden. De Tweede Wereldoorlog was aanleiding tot oprichting van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding. Na de oorlog zou de Consumentenbond (1953) zich met de voedselkwaliteit bezighouden.
+
Voedingsvoorlichting  werd gegeven door een allengs groeiend en wisselend netwerk van beroepen, opleidingen, instanties en organisaties. Aan het eind van de 19e eeuw begon deze poging tot beinvloeding van de eetgewoonten van het volk  met de aktiviteiten van de kook- en huishoudleraressen, onder meer afkomstig van de pas opgerichte huishoudscholen. Uit hun gelederen werden de deskundigen geworven, die nieuwe voorlichtingsorganisaties en -instituties gingen bemensen. Branche-organisaties voor zuivel, brood, groente en andere producten gingen zich eveneens al snel actief bemoeien met voorlichting in de vorm van reclame. Ook de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen (opgericht in 1912) wierp zich vanaf de jaren twintig op als voorlichtster op het gebied van het huishouden. De oprichting van de NVvH was beïnvloed door de internationaal verbreide beweging voor de [[Begrippenlijst#Rationalisering|rationalisering]] van het huishouden, die op haar beurt weer geïnspireerd werd door de efficiencybeweging in het bedrijfsleven. Tijdens de economische crisis in de jaren dertig  kwam onder andere de Commissie inzake Huishoudelijke Voorlichting en Gezinsleiding tot stand, bedoeld om het grote publiek met een karige beurs te leren omgaan met alle zaken van het huishouden. De Tweede Wereldoorlog was aanleiding tot oprichting van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding. Na de oorlog zou de Consumentenbond (1953) zich met de voedselkwaliteit bezighouden.
 
Dergelijke organisaties en instanties kunnen ook gezien worden als de overbrugging van de gegroeide en nog steeds groeiende kloof tussen consumenten en producenten.  Het belang van sommige van deze organisaties nam in de tweede helft van de 20ste eeuw af. Daarnaast zouden reclame en marketing  een steeds belangrijker plaats gaan innemen. De onafhankelijkheid van de voorlichting kwam daarmee natuurlijk in het geding. Nu waren reclame en marketing niet nieuw en hadden zij volgens menig tijdgenoot in de jaren twintig en dertig al buitensporige proporties aangenomen. Met name de prijzige campagnes van Blue Band en Planta van de margarinefabrikanten Van den Bergh en Jurgens moesten het ontgelden. Het merkartikel was de kern van deze nieuwe vorm van communicatie tussen producent en consument. De betekenis ervan was met de toenemende reclame echter aan een ingrijpende verandering onderhevig. Het merkartikel beloofde een kwaliteitsgarantie in een anonieme massamarkt en werd zodoende in de eerste plaats een instrument in de concurrentiestrijd en in het verleiden van de consument.
 
Dergelijke organisaties en instanties kunnen ook gezien worden als de overbrugging van de gegroeide en nog steeds groeiende kloof tussen consumenten en producenten.  Het belang van sommige van deze organisaties nam in de tweede helft van de 20ste eeuw af. Daarnaast zouden reclame en marketing  een steeds belangrijker plaats gaan innemen. De onafhankelijkheid van de voorlichting kwam daarmee natuurlijk in het geding. Nu waren reclame en marketing niet nieuw en hadden zij volgens menig tijdgenoot in de jaren twintig en dertig al buitensporige proporties aangenomen. Met name de prijzige campagnes van Blue Band en Planta van de margarinefabrikanten Van den Bergh en Jurgens moesten het ontgelden. Het merkartikel was de kern van deze nieuwe vorm van communicatie tussen producent en consument. De betekenis ervan was met de toenemende reclame echter aan een ingrijpende verandering onderhevig. Het merkartikel beloofde een kwaliteitsgarantie in een anonieme massamarkt en werd zodoende in de eerste plaats een instrument in de concurrentiestrijd en in het verleiden van de consument.

Versie op 29 mrt 2008 17:50