Een nieuw banenstelsel voor Schiphol

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 1: Regel 1:
Op 10 mei 1940 figureerde Schiphol als een van de belangrijkste aanvalsdoelen voor de Duitse bommenwerpers. Het platform en de daar aanwezige gebouwen en [[begrippenlijst#Infrastructuur|infrastructuur]] gingen goeddeels verloren. In de daaropvolgende vijf jaren was Schiphol de thuisbasis van wisselende Luftwaffe-eenheden en werd daarom bij herhaling gebombardeerd.  
+
Op 10 mei 1940 figureerde Schiphol als een van de belangrijkste aanvalsdoelen voor de Duitse bommenwerpers. Het [[De afhandeling van vliegtuigen, passagiers en vracht|'''platform en de daar aanwezige gebouwen''']] en [[begrippenlijst#Infrastructuur|infrastructuur]] gingen goeddeels verloren. In de daaropvolgende vijf jaren was Schiphol de thuisbasis van wisselende Luftwaffe-eenheden en werd daarom bij herhaling gebombardeerd.  
 
In Nederlandse kring werd al snel een begin gemaakt met het nadenken over de bouw van een nieuwe luchthaven. In augustus 1940 nam het ministerie van Waterstaat het initiatief om te komen tot een studiecommissie die zich moest bezighouden met het opstellen van een plan voor een toekomstige moderne luchthaven ‘ergens in Nederland’. Spil van deze studiecommissie werd Dellaert. De commissieleden wilden zich oriënteren op de Verenigde Staten, al viel het niet mee om aan de hand van sporadisch ter beschikking komende Amerikaanse publicaties de gedachten te bepalen. De daarin gepresenteerde benaderingen van een luchthaven met een centraal [[begrippenlijst#Verkeersareaal|verkeersareaal]], ook al gepropageerd door Anthony Fokker midden jaren dertig, vonden echter geen weerklank.(43)Na 240 vergaderingen kwam de commissie voor de toekomstige luchthaven uit op een min of meer stervormig stelsel van zes tot acht, twee aan twee parallel gelegen banen. De commissie meende dat een ‘volledig ontwikkeld’ stelsel van acht banen de voorkeur verdiende. Vliegtuigen zouden dan steeds tegen de wind in kunnen starten en landen.(44)Direct na de oorlog werden er verschillende ontwerpen ontwikkeld door de ingestelde Rijkscommissie Luchtvaartterreinen, die uitgingen van parallelle banen. Deze banenstelsels werden echter afgewezen omdat ze onvoldoende groeimogelijkheden boden. Men was op zoek naar de ideale luchthaven. Ideaal betekende vooral dat zou worden [[begrippenlijst#Anticiperen|geanticipeerd]] op de verwachte snelle groei van de luchtvaart. Jan Dellaert, die een centrale rol speelde in de discussie over de bouw van een nieuwe luchthaven, onderstreepte met rood (en voegde uitroeptekens toe in de kantlijn) de volgende opmerking in het in 1946 door hem aangeschafte boek Tomorrow’s airliners, airways & airports van S.E. Veale:  
 
In Nederlandse kring werd al snel een begin gemaakt met het nadenken over de bouw van een nieuwe luchthaven. In augustus 1940 nam het ministerie van Waterstaat het initiatief om te komen tot een studiecommissie die zich moest bezighouden met het opstellen van een plan voor een toekomstige moderne luchthaven ‘ergens in Nederland’. Spil van deze studiecommissie werd Dellaert. De commissieleden wilden zich oriënteren op de Verenigde Staten, al viel het niet mee om aan de hand van sporadisch ter beschikking komende Amerikaanse publicaties de gedachten te bepalen. De daarin gepresenteerde benaderingen van een luchthaven met een centraal [[begrippenlijst#Verkeersareaal|verkeersareaal]], ook al gepropageerd door Anthony Fokker midden jaren dertig, vonden echter geen weerklank.(43)Na 240 vergaderingen kwam de commissie voor de toekomstige luchthaven uit op een min of meer stervormig stelsel van zes tot acht, twee aan twee parallel gelegen banen. De commissie meende dat een ‘volledig ontwikkeld’ stelsel van acht banen de voorkeur verdiende. Vliegtuigen zouden dan steeds tegen de wind in kunnen starten en landen.(44)Direct na de oorlog werden er verschillende ontwerpen ontwikkeld door de ingestelde Rijkscommissie Luchtvaartterreinen, die uitgingen van parallelle banen. Deze banenstelsels werden echter afgewezen omdat ze onvoldoende groeimogelijkheden boden. Men was op zoek naar de ideale luchthaven. Ideaal betekende vooral dat zou worden [[begrippenlijst#Anticiperen|geanticipeerd]] op de verwachte snelle groei van de luchtvaart. Jan Dellaert, die een centrale rol speelde in de discussie over de bouw van een nieuwe luchthaven, onderstreepte met rood (en voegde uitroeptekens toe in de kantlijn) de volgende opmerking in het in 1946 door hem aangeschafte boek Tomorrow’s airliners, airways & airports van S.E. Veale:  
 
[c]... must see far beyond present horizons, or their works may be ridiculed by the generation which will have put to rights the things they did wrong. They need not build to the final assessment, but they can plan for it.(45)
 
[c]... must see far beyond present horizons, or their works may be ridiculed by the generation which will have put to rights the things they did wrong. They need not build to the final assessment, but they can plan for it.(45)

Versie op 24 aug 2007 11:48