Het luxeprodukt suiker

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 1: Regel 1:
[[Afbeelding:Westersuikerfabriek_Adam_1910.jpg|thumb|right|350px|Westersuikerfabriek Amsterdam, 1910]]In de menselijke smaak neemt het zoete een speciale plaats in. Het lijkt erop alsof er een aangeboren voorkeur bestaat voor zoet, iets wat bij de smaken bitter, zuur en zout niet het geval is.[[Noten H2#2-1|<sup>[1]</sup>]]  Zoet is waarschijnlijk ook daarom in [[begrippenlijst#Overdrachtelijk|overdrachtelijke]] zin, in ons spraakgebruik bijvoorbeeld, verbonden met aangenaam, feestelijk, luxe, rijkdom. Die associatie is nog versterkt door de eeuwenlange relatieve schaarste van suiker. In niet-tropische gebieden was tot twee eeuwen geleden eigenlijk alleen honing een zoetstof die in enige hoeveelheid in de natuur voorkwam. Behalve vruchten waren suikerhoudende planten nagenoeg onbekend, want het suikerriet vond zijn noordelijkste verbreiding aan de kusten van de [[begMiddellandse Zee. Uit dit tropisch gewas werd al duizenden jaren sap geperst dat enigszins gezuiverd werd en waarin zich, na [[begrippenlijst#Indamping|indamping]], [[begrippenlijst#Suikerkristal|suikerkristallen]] vormden. De Europese koloniale [[begrippenlijst#Expansie|expansie]] van de zestiende en zeventiende eeuw bracht een levendige handel in dit soort suiker op gang. Door zijn tropische herkomst was suiker al niet goedkoop, maar het luxe-karakter ervan werd nog versterkt doordat de meeste staten er een extra [[begrippenlijst#Invoerrecht|invoerrecht]] op hieven. Zo werd de prijs nog aanzienlijk verhoogd en bleef suiker een artikel voor welgestelden en voor speciale gelegenheden. Nog in 1854 beargumenteerde de Nederlandse regering de hoge [[begrippenlijst#Accijns|accijns]] op geraffineerde suiker.
+
[[Afbeelding:Westersuikerfabriek_Adam_1910.jpg|thumb|right|350px|Westersuikerfabriek Amsterdam, 1910]]In de menselijke smaak neemt het zoete een speciale plaats in. Het lijkt erop alsof er een aangeboren voorkeur bestaat voor zoet, iets wat bij de smaken bitter, zuur en zout niet het geval is.[[Noten H2#2-1|<sup>[1]</sup>]]  Zoet is waarschijnlijk ook daarom in [[begrippenlijst#Overdrachtelijk|overdrachtelijke]] zin, in ons spraakgebruik bijvoorbeeld, verbonden met aangenaam, feestelijk, luxe, rijkdom. Die associatie is nog versterkt door de eeuwenlange relatieve schaarste van suiker. In niet-tropische gebieden was tot twee eeuwen geleden eigenlijk alleen honing een zoetstof die in enige hoeveelheid in de natuur voorkwam. Behalve vruchten waren suikerhoudende planten nagenoeg onbekend, want het suikerriet vond zijn noordelijkste verbreiding aan de kusten van de Middellandse Zee. Uit dit tropisch gewas werd al duizenden jaren sap geperst dat enigszins gezuiverd werd en waarin zich, na [[begrippenlijst#Indamping|indamping]], [[begrippenlijst#Suikerkristal|suikerkristallen]] vormden. De Europese koloniale [[begrippenlijst#Expansie|expansie]] van de zestiende en zeventiende eeuw bracht een levendige handel in dit soort suiker op gang. Door zijn tropische herkomst was suiker al niet goedkoop, maar het luxe-karakter ervan werd nog versterkt doordat de meeste staten er een extra [[begrippenlijst#Invoerrecht|invoerrecht]] op hieven. Zo werd de prijs nog aanzienlijk verhoogd en bleef suiker een artikel voor welgestelden en voor speciale gelegenheden. Nog in 1854 beargumenteerde de Nederlandse regering de hoge [[begrippenlijst#Accijns|accijns]] op geraffineerde suiker.
 
[[Afbeelding:TIN19_blz214.jpg|thumb|360px|left|Raffinadeursknechts temidden van broodvormen.]]
 
[[Afbeelding:TIN19_blz214.jpg|thumb|360px|left|Raffinadeursknechts temidden van broodvormen.]]
 
'...in de eerste plaats daarbij zonder vrees voor tegenspraak mag [de regering] aannemen, dat suiker, als niet tot de onmisbare levensbehoeften behoorende, maar veeleer als een voorwerp van weelde te beschouwen, bij steeds toenemend verbruik het geschiktste middel geeft om aan de schatkist eene aanzienlijke opbrengst te verzekeren.' [[Noten H2#2-2|<sup>[2]</sup>]]  
 
'...in de eerste plaats daarbij zonder vrees voor tegenspraak mag [de regering] aannemen, dat suiker, als niet tot de onmisbare levensbehoeften behoorende, maar veeleer als een voorwerp van weelde te beschouwen, bij steeds toenemend verbruik het geschiktste middel geeft om aan de schatkist eene aanzienlijke opbrengst te verzekeren.' [[Noten H2#2-2|<sup>[2]</sup>]]  

Versie op 30 aug 2007 12:53