Het malen met een windmolen

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 2: Regel 2:
 
Grotere handmolens, waarvan de bediening door twee mannen een zware arbeid vormde, waren vaak ook geconstrueerd voor de aandrijving door paarden. Paardenaandrijving was in de maalderij een gebruikelijke methode; zij werd dan een rosmolen genoemd. Soms diende zij als hulpgemaal in het windmolenbedrijf voor de windstille dagen. Soms werd zij als zelfstandige produktie eenheid ingezet voor de verwerking van kleine hoeveelheden graan. Zo verleende de provincie Zeeland in 1846 machtiging tot de plaatsing van dertien roskorenmolens <... de meeste op de hofsteden van landlieden, tot vermalen van graan voor eigen gebruik bestemd>.(4)Bij het malen van graan kwamen rosmolens slechts op beperkte schaal voor. Zij vonden ruime toepassing bij het malen van boekweit. Voor het breken van boekweit was een gelijkmatige aandrijving noodzakelijk, waarvoor de windenergie zich niet leende.(5)
 
Grotere handmolens, waarvan de bediening door twee mannen een zware arbeid vormde, waren vaak ook geconstrueerd voor de aandrijving door paarden. Paardenaandrijving was in de maalderij een gebruikelijke methode; zij werd dan een rosmolen genoemd. Soms diende zij als hulpgemaal in het windmolenbedrijf voor de windstille dagen. Soms werd zij als zelfstandige produktie eenheid ingezet voor de verwerking van kleine hoeveelheden graan. Zo verleende de provincie Zeeland in 1846 machtiging tot de plaatsing van dertien roskorenmolens <... de meeste op de hofsteden van landlieden, tot vermalen van graan voor eigen gebruik bestemd>.(4)Bij het malen van graan kwamen rosmolens slechts op beperkte schaal voor. Zij vonden ruime toepassing bij het malen van boekweit. Voor het breken van boekweit was een gelijkmatige aandrijving noodzakelijk, waarvoor de windenergie zich niet leende.(5)
  
  Tabel 3.1: Molens voor het malen en pellen van graan en boekweit in 1850/1851, naar soort (schatting).
+
[[Afbeelding:Tabel_3,1.jpeg|thumb|300px|thumb|right]] Tabel 3.1: Molens voor het malen en pellen van graan en boekweit in 1850/1851, naar soort (schatting).
  
 
Waterenergie werd in Nederland eerder aangewend dan windenergie. Zij vond echter vanwege de geografische situatie op den duur aanzienlijk minder verspreiding, zeker in vergelijking met landen als Duitsland, Frankrijk, Engeland en Amerika. Watermolens kwamen hoofdzakelijk voor aan de beken en riviertjes in Limburg, Oost Brabant, Oost Gelderland, Twente en op de Veluwe, waar regelmatige wateraanvoer samenging met een voldoende verval.
 
Waterenergie werd in Nederland eerder aangewend dan windenergie. Zij vond echter vanwege de geografische situatie op den duur aanzienlijk minder verspreiding, zeker in vergelijking met landen als Duitsland, Frankrijk, Engeland en Amerika. Watermolens kwamen hoofdzakelijk voor aan de beken en riviertjes in Limburg, Oost Brabant, Oost Gelderland, Twente en op de Veluwe, waar regelmatige wateraanvoer samenging met een voldoende verval.

Versie op 23 jul 2007 17:25