Melk is goed voor elk

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 4: Regel 4:
 
De zuivelindustrie was al in de jaren dertig, gesteund door de overheid, met schoolmelk begonnen. Behalve om propagandistische redenen was ze hiermee indertijd ook begonnen om het melkoverschot kwijt te raken. De zuivelindustrie maakte er propaganda voor bij scholen, voedingsinstanties en de overheid. De productie van schoolmelk was alleen lonend wanneer de overheid deze subsidieerde. De overheid was echter niet altijd even scheutig met subsidies. Toen de Voedingsraad in 1957 adviseerde schoolmelk te subsidiëren om het melkverbruik te stimuleren, legde de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid dit advies naast zich neer.  Met de verlening van omvangrijke Europese subsidies in 1977 ging de schoolmelk echter opnieuw een bloeiperiode tegemoet. Het Centraal Schoolmelkcomité, het Productschap Zuivel en het bedrijfsleven plaatsten gezamenlijk op basisscholen koelkisten, waardoor de bezorging tot tweemaal per week kon worden gereduceerd. Betrokkenen waren ervan overtuigd dat het drinken van melk de leerprestatie van de kinderen gunstig zou beïnvloeden, aangezien veel schoolkinderen nauwelijks zouden ontbijten.  In de jaren negentig was levering van gesubsidieerde schoolmelk - als volle en halfvolle melk en chocolademelk - ook mogelijk aan scholen voor voortgezet onderwijs, maar desondanks liep de consumptie terug. Het Productschap Zuivel, verantwoordelijk voor het uitvoeren van de schoolmelkregeling, liet daarom in 1998 het Nederlands Zuivelbureau een promotiecampagne uitvoeren gericht op ouders en scholen. Radiocommercials ‘rondom het koffiemoment van de moeder’, advertenties in magazines en schoolvakbladen, aanwezigheid op de Nationale Onderwijs Tentoonstelling alsook een sport-en-spelcompetitie moesten een halt toeroepen aan de omzetdaling van bijna 18 miljoen liter in 1991/1992 naar minder dan 12 miljoen liter in 1997/1998.  
 
De zuivelindustrie was al in de jaren dertig, gesteund door de overheid, met schoolmelk begonnen. Behalve om propagandistische redenen was ze hiermee indertijd ook begonnen om het melkoverschot kwijt te raken. De zuivelindustrie maakte er propaganda voor bij scholen, voedingsinstanties en de overheid. De productie van schoolmelk was alleen lonend wanneer de overheid deze subsidieerde. De overheid was echter niet altijd even scheutig met subsidies. Toen de Voedingsraad in 1957 adviseerde schoolmelk te subsidiëren om het melkverbruik te stimuleren, legde de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid dit advies naast zich neer.  Met de verlening van omvangrijke Europese subsidies in 1977 ging de schoolmelk echter opnieuw een bloeiperiode tegemoet. Het Centraal Schoolmelkcomité, het Productschap Zuivel en het bedrijfsleven plaatsten gezamenlijk op basisscholen koelkisten, waardoor de bezorging tot tweemaal per week kon worden gereduceerd. Betrokkenen waren ervan overtuigd dat het drinken van melk de leerprestatie van de kinderen gunstig zou beïnvloeden, aangezien veel schoolkinderen nauwelijks zouden ontbijten.  In de jaren negentig was levering van gesubsidieerde schoolmelk - als volle en halfvolle melk en chocolademelk - ook mogelijk aan scholen voor voortgezet onderwijs, maar desondanks liep de consumptie terug. Het Productschap Zuivel, verantwoordelijk voor het uitvoeren van de schoolmelkregeling, liet daarom in 1998 het Nederlands Zuivelbureau een promotiecampagne uitvoeren gericht op ouders en scholen. Radiocommercials ‘rondom het koffiemoment van de moeder’, advertenties in magazines en schoolvakbladen, aanwezigheid op de Nationale Onderwijs Tentoonstelling alsook een sport-en-spelcompetitie moesten een halt toeroepen aan de omzetdaling van bijna 18 miljoen liter in 1991/1992 naar minder dan 12 miljoen liter in 1997/1998.  
  
Melk is goed voor elk?  
+
'''Melk is goed voor elk?'''
  
 
In hoeverre bestaan er overeenkomsten tussen de melk die de Nederlandse consument anno 1990 dronk en die van een eeuw daarvoor? De naam van het product ‘melk’ is gelijk gebleven en melk wordt nog steeds geproduceerd door koeien, maar daarmee houdt de gelijkenis zo goed als op. De melk uit 1890 was wisselend van samenstelling, hygiënisch onbetrouwbaar en kon alleen in gekookte vorm worden gedronken, tenzij men dure gepasteuriseerde of gesteriliseerde flessenmelk kocht. De inhoud van die flessen smaakte weliswaar niet naar melk, maar ze was wel bacterievrij en dat leek voor de jonge kinderen, de enige echte melkdrinkers, een pluspunt. Toen zuigelingen niet goed bleken te groeien op deze flessenmelk, waren er weinig redenen om niet gewoon de losse melk van de boer te kopen. Melk drinken deed een gezond mens immers toch niet; melk drinken was voor kinderen en zieken.
 
In hoeverre bestaan er overeenkomsten tussen de melk die de Nederlandse consument anno 1990 dronk en die van een eeuw daarvoor? De naam van het product ‘melk’ is gelijk gebleven en melk wordt nog steeds geproduceerd door koeien, maar daarmee houdt de gelijkenis zo goed als op. De melk uit 1890 was wisselend van samenstelling, hygiënisch onbetrouwbaar en kon alleen in gekookte vorm worden gedronken, tenzij men dure gepasteuriseerde of gesteriliseerde flessenmelk kocht. De inhoud van die flessen smaakte weliswaar niet naar melk, maar ze was wel bacterievrij en dat leek voor de jonge kinderen, de enige echte melkdrinkers, een pluspunt. Toen zuigelingen niet goed bleken te groeien op deze flessenmelk, waren er weinig redenen om niet gewoon de losse melk van de boer te kopen. Melk drinken deed een gezond mens immers toch niet; melk drinken was voor kinderen en zieken.
 
In 1990 was de situatie totaal anders. De rekken van de supermarkt zijn gevuld met een onafzienbare rij van melk en melkproducten: magere melk, halfvolle melk, volle melk, eiwitrijke melk, melk met extra mineralen, goedkope melk, dure melk, melk in flessen, pakken en kunststof bekers. Het wordt allemaal gekocht en gedronken.  
 
In 1990 was de situatie totaal anders. De rekken van de supermarkt zijn gevuld met een onafzienbare rij van melk en melkproducten: magere melk, halfvolle melk, volle melk, eiwitrijke melk, melk met extra mineralen, goedkope melk, dure melk, melk in flessen, pakken en kunststof bekers. Het wordt allemaal gekocht en gedronken.  
 
In honderd jaar ontstond het kwalitatief hoogwaardige en uniforme massaproduct ‘consumptiemelk’ uit het samenspel van een groot aantal maatschappelijke groeperingen in de ontwikkeling van kwaliteits- en producteisen.
 
In honderd jaar ontstond het kwalitatief hoogwaardige en uniforme massaproduct ‘consumptiemelk’ uit het samenspel van een groot aantal maatschappelijke groeperingen in de ontwikkeling van kwaliteits- en producteisen.

Versie op 10 apr 2007 16:33