Mobiliteit tussen de twee wereldoorlogen

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 14: Regel 14:
  
  
[[afbeelding:schiphol_huldiging_1929.jpg|thumb|480px|left|De huldiging van de oceaanvliegers op schiphol in 1929.]]Het vliegen had in deze jaren nog een andere betekenis, zij het niet voor de KLM. Door sommige autopioniers en de ANWB werd het vliegtuig gezien als de opvolger van de personenauto. Dat hing samen met de toenemende betrouwbaarheid van de benzineauto, waarvan het avontuurlijke karakter voor sommigen onder de autopioniers zozeer afnam dat deze pioniers naar andere macho-uitdagingen gingen omzien. Misschien is dat ook een van de redenen geweest van het faillissement van Spyker, ’s lands enige grote autofabriek uit de eerste fase, gericht op het meest luxueuze [[Begrippenlijst#Segment|segment]] van de personenautomarkt. Een vliegtuig was immers aanvankelijk niet veel anders dan een vliegende auto. Sommige auto-importeurs begonnen tegen het eind van het eerste decennium van de twintigste eeuw ook vliegtuigen te koop aan te bieden, anderen (zoals Peugeot-importeur Verwey & Lugard) richtten zelfs een eigen vliegveld in. In het algemeen waren er onder de eerste beoefenaren van de nieuwe waaghalzerij veel autopioniers.[[Noten H2#2-42|<sup>[42]</sup>]]
+
[[afbeelding:schiphol_huldiging_1929.jpg|thumb|480px|left|De huldiging van de oceaanvliegers op schiphol in 1929.]]Het vliegen had in deze jaren nog een andere betekenis, zij het niet voor de KLM. Door sommige [[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Ervaringen met het autorijden|'''autopioniers''']] en de ANWB werd het vliegtuig gezien als de opvolger van de personenauto. Dat hing samen met de toenemende betrouwbaarheid van de benzineauto, waarvan het avontuurlijke karakter voor sommigen onder de autopioniers zozeer afnam dat deze pioniers naar andere macho-uitdagingen gingen omzien. Misschien is dat ook een van de redenen geweest van het faillissement van [[Spyker]], ’s lands enige grote autofabriek uit de eerste fase, gericht op het meest luxueuze [[Begrippenlijst#Segment|segment]] van de personenautomarkt. Een vliegtuig was immers aanvankelijk niet veel anders dan een vliegende auto. Sommige auto-importeurs begonnen tegen het eind van het eerste decennium van de twintigste eeuw ook vliegtuigen te koop aan te bieden, anderen (zoals Peugeot-importeur Verwey & Lugard) richtten zelfs een eigen vliegveld in. In het algemeen waren er onder de eerste beoefenaren van de nieuwe waaghalzerij veel autopioniers.[[Noten H2#2-42|<sup>[42]</sup>]]
 
Om het vliegen te vergemakkelijken, werd door de in 1907 opgerichte Koninklijke Nederlandsche Vereeniging voor Luchtvaart (KNVvL) een systeem van plaatscoderingen, aan te brengen op gashouders, langs Nederlandse luchtroutes ontwikkeld en ook aangebracht. Op initiatief van de ANWB werd in 1933 zelfs een Bureau voor Luchttourisme opgezet, dat de plaatscoderingen tot stationsgebouwen en zelfs tot tussen de spoorrails wilde uitbreiden. De hoop op een groei van het particuliere vliegvervoer werd echter niet vervuld. Luchtvervoer werd [[Begrippenlijst#Semi-openbaarvervoer|semi-openbaar vervoer]], waarvan echter pas in de jaren vijftig op ruimere schaal gebruik zou worden gemaakt.[[Noten H2#2-47|<sup>[47]</sup>]]  
 
Om het vliegen te vergemakkelijken, werd door de in 1907 opgerichte Koninklijke Nederlandsche Vereeniging voor Luchtvaart (KNVvL) een systeem van plaatscoderingen, aan te brengen op gashouders, langs Nederlandse luchtroutes ontwikkeld en ook aangebracht. Op initiatief van de ANWB werd in 1933 zelfs een Bureau voor Luchttourisme opgezet, dat de plaatscoderingen tot stationsgebouwen en zelfs tot tussen de spoorrails wilde uitbreiden. De hoop op een groei van het particuliere vliegvervoer werd echter niet vervuld. Luchtvervoer werd [[Begrippenlijst#Semi-openbaarvervoer|semi-openbaar vervoer]], waarvan echter pas in de jaren vijftig op ruimere schaal gebruik zou worden gemaakt.[[Noten H2#2-47|<sup>[47]</sup>]]  
  
Regel 22: Regel 22:
 
[[afbeelding:stadsverkeer_interbellum.jpg|thumb|325px|right|Hoewel de auto in het Interbellum een steeds belangrijkere rol claimde, bleven het rijwielverkeer en het openbaar vervoer dominant.]]
 
[[afbeelding:stadsverkeer_interbellum.jpg|thumb|325px|right|Hoewel de auto in het Interbellum een steeds belangrijkere rol claimde, bleven het rijwielverkeer en het openbaar vervoer dominant.]]
  
Wanneer arbeiders wilden autorijden, konden zij ook terugvallen op de bus, die tot in de kleinste dorpen doordrong, met een infrastructuur die nog fijnmaziger was dan die van de tram, de kampioen van de toenmalige fijnmazigheid. De autobus kreeg aanvankelijk vooral ruimte op het platteland en wist in de jaren dertig steeds meer passagiers uit de trein en vooral de tram te krijgen, op een verder stagnerende markt. Aan de enorme toename van het reizigersvervoer in het [[begrippenlijst#Interbellum|Interbellum]] had de tram noch de trein echter een aandeel, integendeel: dat kwam nagenoeg geheel voor rekening van de autobus, de motorfiets en de personenauto.[[Noten H2#2-48|<sup>[48]</sup>]]  
+
Wanneer arbeiders wilden autorijden, konden zij ook terugvallen op de bus, die tot in de kleinste dorpen doordrong, met een infrastructuur die nog fijnmaziger was dan die van de tram, de kampioen van de toenmalige fijnmazigheid. De [[De concurrentie van autobus en spoor tussen de twee wereldoorlogen|'''autobus''']] kreeg aanvankelijk vooral ruimte op het platteland en wist in de jaren dertig steeds meer passagiers uit de trein en vooral de tram te krijgen, op een verder stagnerende markt. Aan de enorme toename van het reizigersvervoer in het [[begrippenlijst#Interbellum|Interbellum]] had de tram noch de trein echter een aandeel, integendeel: dat kwam nagenoeg geheel voor rekening van de autobus, de motorfiets en de personenauto.[[Noten H2#2-48|<sup>[48]</sup>]]  
  
  

Versie op 14 jul 2006 15:21