Nederland eet anders

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 12: Regel 12:
  
  
Hiermee is het algemene beeld van het voedingspatroon van de massa gegeven. Toch was de werkelijkheid aanzienlijk gevarieerder. De patronen verschilden van streek tot streek, van seizoen tot seizoen, van periode tot periode en dat alles ook nog naar sociale klasse en inkomensgroep. Waar rogge werd geteeld, werd roggebrood gegeten. Op de zandgronden werd meer spek dan rundvlees gegeten. De rijken kenden overvloedige maaltijden met een variëteit aan groenten, fruit, vlees, zuivel, zoetigheid en drank. De armen aten nog minder dan werkman F.S. Omkomen van de honger deden zij net niet. Daar zorgden de gaarkeukens, bedeling en ‘spijsuitdelingen’ voor.  
+
Hiermee is het [[Voeding voor het volk: kwantiteit en kwaliteit|'''algemene beeld van het voedingspatroon''']] van de massa gegeven. Toch was de werkelijkheid aanzienlijk gevarieerder. De patronen verschilden van streek tot streek, van seizoen tot seizoen, van periode tot periode en dat alles ook nog naar sociale klasse en inkomensgroep. Waar rogge werd geteeld, werd roggebrood gegeten. Op de zandgronden werd meer spek dan rundvlees gegeten. De rijken kenden overvloedige maaltijden met een variëteit aan groenten, fruit, vlees, zuivel, zoetigheid en drank. De armen aten nog minder dan werkman F.S. Omkomen van de honger deden zij net niet. Daar zorgden de gaarkeukens, bedeling en ‘spijsuitdelingen’ voor.  
  
 
Al met al gold voor grote groepen van de bevolking dat zij aan een haast chronische, lichte vorm van ondervoeding leden en soms bijna op sterven na dood waren. Tegenslagen als ziekten en werkloosheid waren in die omstandigheden desastreus.
 
Al met al gold voor grote groepen van de bevolking dat zij aan een haast chronische, lichte vorm van ondervoeding leden en soms bijna op sterven na dood waren. Tegenslagen als ziekten en werkloosheid waren in die omstandigheden desastreus.
Regel 23: Regel 23:
 
Met deze breuk in de voedselsituatie is de geschiedenis slechts ten dele verteld. De komst van de [[De meelfabriek in Nederland|'''meel- en broodfabrieken''']] was ook het signaal van een volledige gedaanteverwisseling van de voedselvoorziening.  Deze verandering laat zich uitdrukken in twee totaal verschillende regimes, namelijk het klassieke en het moderne.
 
Met deze breuk in de voedselsituatie is de geschiedenis slechts ten dele verteld. De komst van de [[De meelfabriek in Nederland|'''meel- en broodfabrieken''']] was ook het signaal van een volledige gedaanteverwisseling van de voedselvoorziening.  Deze verandering laat zich uitdrukken in twee totaal verschillende regimes, namelijk het klassieke en het moderne.
  
Rond het midden van de 19de eeuw hadden Nederlanders, zoals wij zagen, een uiterst beperkte keuze aan voedingsmiddelen. Ze aten vooral wat lokaal voortgebracht werd. De variëteit zal voor heel Nederland niet groter dan enkele honderden producten geweest zijn en betrof vooral de verschillen tussen de sociale klassen, de regio’s, stad- en platteland en de seizoenen. De producten ondergingen weinig bewerkingen. Aardappelen en groenten gingen na een bereiding in de keuken zo in de pan. Graan moest nog worden gemalen en brood nog gebakken. Melk werd zo gedronken, verwerkt in pap of gekarnd en tot boter en kaas gemaakt. De consumptie van zuivel was overigens beperkt.  
+
Rond het midden van de 19de eeuw hadden Nederlanders, zoals wij zagen, een uiterst beperkte keuze aan voedingsmiddelen. Ze aten vooral wat lokaal voortgebracht werd. De variëteit zal voor heel Nederland niet groter dan enkele honderden producten geweest zijn en betrof vooral de verschillen tussen de sociale klassen, de regio’s, stad- en platteland en de seizoenen. De producten ondergingen weinig bewerkingen. Aardappelen en groenten gingen na een bereiding in de keuken zo in de pan. Graan moest nog worden gemalen en brood nog gebakken. [[De verwerking van koemelk tot consumptiemelk|'''Melk''']] werd zo gedronken, verwerkt in pap of gekarnd en tot [[Boerinnen en boerencoöperaties in de boterbereiding|'''boter en kaas''']] gemaakt. De consumptie van zuivel was overigens beperkt.  
  
De bewerkingen geschiedden kleinschalig, op ambachtelijke wijze en veelal binnen het huishouden. De energiebronnen waren klassiek en bestonden al eeuwenlang: menselijke of dierlijke (paarden of honden) spierkracht, windkracht door heel het land en waterkracht in sommige streken, de warmte van turf, hout of steenkool.  
+
De bewerkingen geschiedden kleinschalig, op ambachtelijke wijze en veelal binnen het huishouden. De energiebronnen waren klassiek en bestonden al eeuwenlang: menselijke of dierlijke (paarden of honden) spierkracht, [[Het malen met een windmolen|'''windkracht door heel het land''']] en waterkracht in sommige streken, de warmte van turf, hout of steenkool.  
  
 
De gereedschappen waren van hout en metaal, en zo eenvoudig dat een plaatselijke timmerman of smid ze kon maken, repareren of namaken. De vakbekwaamheid werd overgedragen van vader op zoon, van moeder op dochter, van meester op leerling, en ontwikkelde zich verder in de praktijk.  
 
De gereedschappen waren van hout en metaal, en zo eenvoudig dat een plaatselijke timmerman of smid ze kon maken, repareren of namaken. De vakbekwaamheid werd overgedragen van vader op zoon, van moeder op dochter, van meester op leerling, en ontwikkelde zich verder in de praktijk.  
  
 
De afstand tussen producent en consument was klein. Men kocht direct van de boer of bij de bakker, op dag- en weekmarkten of in kleine kruidenierswinkeltjes. De voedselvoorziening was gebonden aan de regels van de lokale beroepsgemeenschappen en de gemeentelijke overheid.
 
De afstand tussen producent en consument was klein. Men kocht direct van de boer of bij de bakker, op dag- en weekmarkten of in kleine kruidenierswinkeltjes. De voedselvoorziening was gebonden aan de regels van de lokale beroepsgemeenschappen en de gemeentelijke overheid.

Huidige versie van 17 apr 2008 om 17:11