Noten TIN20-3-H8

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 10: Regel 10:
 
*<div id=8-6>[6] Gebaseerd op informatie onder de kopjes 'ijsvoorziening' in Jaarverslag omtrent de Visschershaven en de visserij te IJmuiden', 1902-1930. In 1915 voerde een zestal stoom­boten in juli, augustus, september en oktober in totaal 3.822.000 kg ijs aan, terwijl in de haven te IJmuiden van dat totaal 75.929.000 kg ijs werd verbruikt. Jaarverslag Visschershaven 1915 ('s-Gravenhage 1917) 49.</div>
 
*<div id=8-6>[6] Gebaseerd op informatie onder de kopjes 'ijsvoorziening' in Jaarverslag omtrent de Visschershaven en de visserij te IJmuiden', 1902-1930. In 1915 voerde een zestal stoom­boten in juli, augustus, september en oktober in totaal 3.822.000 kg ijs aan, terwijl in de haven te IJmuiden van dat totaal 75.929.000 kg ijs werd verbruikt. Jaarverslag Visschershaven 1915 ('s-Gravenhage 1917) 49.</div>
 
*<div id=8-7>[7] Koeltechniek, 6 (1933) 4; De Nederlandse ijsfabrikanten deden ter vergeefs een beroep van de minister van Economische Zaken om stappen te ondernemen tegen deze concurrentie. </div>
 
*<div id=8-7>[7] Koeltechniek, 6 (1933) 4; De Nederlandse ijsfabrikanten deden ter vergeefs een beroep van de minister van Economische Zaken om stappen te ondernemen tegen deze concurrentie. </div>
*<div id=8-8>[8] De afname door particulieren van dergelijk ijs geschie­dde tot in de jaren zestig. Een oud-inwoner van Schiedam herinnerde zich dat het op warme weekenden in de zomer bij de plaatselijke ijsfabriek een komen en gaan was van men­sen die ijs kwamen halen, bijvoorbeeld om frisdranken koel te houden. 'Allemaal hadden ze zo'n half broodje onder de snelbinders: (Mondelinge mededeling aan auteur door Hans Schippers, 18 februari 1999.) In sommige gevallen werd de ijsproductie belangrijker dan de oorspronkelijke hoofdactiviteit. In 1930 leverde de jjsfabricage van het Utrechtse abattoir tweemaal zoveel inkomsten op als de verhuur van de koelruimten; de brouwerij Anton Coolen in Eindhoven staakte in de jaren vijftig het brouwen van bier en zette de onderneming voort als ijsfabriek.</div>
+
*<div id=8-8>[8] De afname door particulieren van dergelijk ijs geschie­dde tot in de jaren zestig. Een oud-inwoner van Schiedam herinnerde zich dat het op warme weekenden in de zomer bij de plaatselijke ijsfabriek een komen en gaan was van men­sen die ijs kwamen halen, bijvoorbeeld om frisdranken koel te houden. 'Allemaal hadden ze zo'n half broodje onder de snelbinders: (Mondelinge mededeling aan auteur door Hans Schippers, 18 februari 1999.) In sommige gevallen werd de ijsproductie belangrijker dan de oorspronkelijke hoofdactiviteit. In 1930 leverde de ijsfabricage van het Utrechtse abattoir tweemaal zoveel inkomsten op als de verhuur van de koelruimten; de brouwerij Anton Coolen in Eindhoven staakte in de jaren vijftig het brouwen van bier en zette de onderneming voort als ijsfabriek.</div>
*<div id=8-9>[9] De Nederlandse vereniging werd gesticht als reactie op de oprichting van een internationale vereniging in Parijs in 1908. </div>
+
*<div id=8-9>[9] De Nederlandse vereniging werd gesticht als reactie op de oprichting van een internationale vereniging in Parijs in 1908.</div>
*<div id=8-10>[10] De Nederlandse vereniging werd gesticht als reactie op de oprichting van een internationale vereniging in Parijs in 1908. </div>
+
*<div id=8-10>[10] Algemeen Rijks Archief (ARA), Ministerie van Landbouw (MvL), Hoofdinspectie der Visserijen (HldV) 1910-1924/2.11.12 - map 229, schrijven van het bestuur van de Nederlandsche Vereeniging voor Koeltechniek aan de heer J.M. Bottemanne, Inspecteur voor de Visscherij, 12 april 1910.</div>
*<div id=8-11>[11] In de commissie hadden zitting: naast J.M. Bottemanne (Rijks¬inspecteur voor de Visscherij), dr. J. Boeke, E.H. Hymans (voorzitter van de Vereeniging van Reeders te IJmuiden), dr. D.A. de Jong (buitengewoon hoogleraar en directeur van het gemeentelijk </div>
+
*<div id=8-11>[11] In de commissie hadden zitting: naast J.M. Bottemanne (Rijksinspecteur voor de Visscherij), dr. J. Boeke, E.H. Hymans (voorzitter van de Vereeniging van Reeders te IJmuiden), dr. D.A. de Jong (buitengewoon hoogleraar en directeur van het gemeentelijk abattoir te Leiden), J.P. van Lonkhuyzen (secretaris van de afdeling zoetwatervisscherij van de Heidemaatschappij), I.C. Slis (voorzitter van de Vereeniging van Vischhandel te IJmuiden), C.J. Vattier Kraane (directeur van de NV Vriesseveem te Amsterdam).</div>
 
*<div id=8-12>[12] Terwijl in 1912 52.400.700 kg vis vanuit IJmuiden verzonden werd, was dit in 1916 102.000.500, praktisch een verdubbeling. In 1916 was de gemiddelde opbrengst per kg vis twee en half maal zo hoog als in 1912. In dit laatste jaar werd in de Rijksvisafslag </div>
 
*<div id=8-12>[12] Terwijl in 1912 52.400.700 kg vis vanuit IJmuiden verzonden werd, was dit in 1916 102.000.500, praktisch een verdubbeling. In 1916 was de gemiddelde opbrengst per kg vis twee en half maal zo hoog als in 1912. In dit laatste jaar werd in de Rijksvisafslag </div>
 
*<div id=8-13>[13] Vooral gebaseerd op: 'A.J.A. Ottesen', in Koeltechniek 7 (1936) 97-98 </div>
 
*<div id=8-13>[13] Vooral gebaseerd op: 'A.J.A. Ottesen', in Koeltechniek 7 (1936) 97-98 </div>

Versie op 20 sep 2007 10:44