Raffinage in de eerste helft van de negentiende eeuw

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 5: Regel 5:
 
[[Afbeelding:Granaatappel_Overzicht_1800.jpg|thumb|400px|left|Waarschijnlijk het bolwerk Osdorp of de Lijnbaansgracht.]]
 
[[Afbeelding:Granaatappel_Overzicht_1800.jpg|thumb|400px|left|Waarschijnlijk het bolwerk Osdorp of de Lijnbaansgracht.]]
  
Omstreeks 1790 herinnerde een bejaarde Amsterdamse [[begrippenlijst#Raffinadeur|Raffinadeur]] zich nog dat er voor het midden van die eeuw nauwelijks concurrentie vanuit het buitenland was geweest.[[Noten TIN19-1-H7#7-6|<sup>[6]</sup>]]  Amsterdam, vertelde de man, was toen met zijn 50 bedrijven het raffinagecentrum van Holland; alleen enkele raffinadeurs in Duitsland en Engeland leken mee te kunnen doen in de internationale handel in hoogwaardige suiker. Sindsdien was er echter veel veranderd. Engeland had er talloze [[begrippenlijst#Raffinaderij|raffinaderijen]] bijgekregen, Duitsland, vooral Hamburg, had nu wel 200 raffinadeurs, in Sint Petersburg stonden 80 fabrieken, die vaak twee keer zo groot waren als een Amsterdamse raffinaderij. Ook de Nederlandse raffinagecapaciteit was overigens sterk toegenomen, want Amsterdam telde nu 120 en Rotterdam omstreeks 40 bedrijven.
+
Omstreeks 1790 herinnerde een bejaarde Amsterdamse [[begrippenlijst#Raffinadeur|Raffinadeur]] zich nog dat er voor het midden van die eeuw nauwelijks concurrentie vanuit het buitenland was geweest.[[Noten TIN19-1-H7#7-6|<sup>[6]</sup>]]   
 +
Amsterdam, vertelde de man, was toen met zijn 50 bedrijven het raffinagecentrum van Holland; alleen enkele raffinadeurs in Duitsland en Engeland leken mee te kunnen doen in de internationale handel in hoogwaardige suiker. Sindsdien was er echter veel veranderd. Engeland had er talloze [[begrippenlijst#Raffinaderij|raffinaderijen]] bijgekregen, Duitsland, vooral Hamburg, had nu wel 200 raffinadeurs, in Sint Petersburg stonden 80 fabrieken, die vaak twee keer zo groot waren als een Amsterdamse raffinaderij. Ook de Nederlandse raffinagecapaciteit was overigens sterk toegenomen, want Amsterdam telde nu 120 en Rotterdam omstreeks 40 bedrijven.
  
 
Die groei van het aantal concurrenten in de tweede helft van de achttiende eeuw was volgens de zegsman van Jacob Gotlieb Reisig, schrijver van boek De suikerrafinadeur (1793), toe te schrijven aan de grote afzetmarkt en aan het feit dat de Nederlandse raffinadeurs enige tijd slordig met hun [[begrippenlijst#Kwaliteitsmonopolie|kwaliteitsmonopolie]] waren omgesprongen. Enerzijds hadden ze veel buitenlanders in dienst gehad - die het vak aldus leerden -, anderzijds huurde iedereen
 
Die groei van het aantal concurrenten in de tweede helft van de achttiende eeuw was volgens de zegsman van Jacob Gotlieb Reisig, schrijver van boek De suikerrafinadeur (1793), toe te schrijven aan de grote afzetmarkt en aan het feit dat de Nederlandse raffinadeurs enige tijd slordig met hun [[begrippenlijst#Kwaliteitsmonopolie|kwaliteitsmonopolie]] waren omgesprongen. Enerzijds hadden ze veel buitenlanders in dienst gehad - die het vak aldus leerden -, anderzijds huurde iedereen

Versie op 5 apr 2008 17:34