Rol van de racerij bij de ontwikkeling van auto's

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 17: Regel 17:
 
Zonder de inbreng van de autosport zou de ontwikkeling van de auto veel langer hebben geduurd en mogelijk andere richtingen zijn ingeslagen. Een auto uit 1926 lijkt meer op een auto uit 2006 dan op één uit 1886, dus op het eerste gezicht was er na de eerste groeistuipen sprake van stagnatie. Niets was echter minder waar, al moesten natuurlijk wel de meest in het oog lopende zaken (de overgang van rijtuig naar auto, de voorkeur van de verbrandingsmotor boven de elektromotor en de stoommachine, de plaatsing van de motor, achterwielaandrijving) het eerst worden geregeld. Bovendien veroorzaakten direct na de Eerste Wereldoorlog werkeloze jachtvliegtuigconstructeurs een enorme impuls op het gebied van de motorbouw (compressormotoren), de chassisbouw (monocoque-achtige constructies) en natuurlijk de aërodynamica. Maar ook daarna bleven zaken als wegligging, remmen en veiligheid nog gedurende tientallen jaren onderbelicht.
 
Zonder de inbreng van de autosport zou de ontwikkeling van de auto veel langer hebben geduurd en mogelijk andere richtingen zijn ingeslagen. Een auto uit 1926 lijkt meer op een auto uit 2006 dan op één uit 1886, dus op het eerste gezicht was er na de eerste groeistuipen sprake van stagnatie. Niets was echter minder waar, al moesten natuurlijk wel de meest in het oog lopende zaken (de overgang van rijtuig naar auto, de voorkeur van de verbrandingsmotor boven de elektromotor en de stoommachine, de plaatsing van de motor, achterwielaandrijving) het eerst worden geregeld. Bovendien veroorzaakten direct na de Eerste Wereldoorlog werkeloze jachtvliegtuigconstructeurs een enorme impuls op het gebied van de motorbouw (compressormotoren), de chassisbouw (monocoque-achtige constructies) en natuurlijk de aërodynamica. Maar ook daarna bleven zaken als wegligging, remmen en veiligheid nog gedurende tientallen jaren onderbelicht.
  
Heel merkwaardig (mogelijk door de nasleep van de gevaarlijke periode  rondom de Tweede Wereldoorlog) stond men tot ver in de jaren vijftig tamelijk onverschillig tegenover thema's als actieve en passieve veiligheid. Pas toen de (daarom door de Amerikaanse autoindustrie gehate) Ralph Nader zijn boek 'Unsafe at any speed' uitbracht, werden mensen enigszins veiligheidsbewust. Milieuproblematiek werd pas interessant, toen in 1973 de eerste oliecrisis uitbrak. Met name op het gebied van milieuproblematiek had de Formule 1 sinds die tijd veel meer kunnen bijdragen dan tot nu toe het geval is geweest. Dat is voornamelijk de schuld van de FIA, die verantwoordelijk is voor de steeds meer verstikkende Formule 1-reglementering. Vroeger mocht je desgewenst de Formule 1 bedrijven met dieselmotoren, gasturbines of wankelmotoren; sinds 1990 is dat allemaal verboden. Ook waren voorheen alle mogelijke motorbouwvormen toegestaan; boxer-, H-, W-, VV- en ik-weet-niet-wat-voor-motorconcepten waren daarvan het resultaat onder het motto 'niet geschoten is altijd mis'. Tot 1972 was het aantal cilinders nog vrij; tegenwoor¬dig moét een Formule 1-krachtbron een V-motor zijn met acht cilinders en een cilinderinhoud van 2400 cc. En wat flauw dat een moderne Formule 1-auto niet meer dan vier wielen mag hebben; zes ging destijds toch ook heel goed?
+
Heel merkwaardig (mogelijk door de nasleep van de gevaarlijke periode  rondom de Tweede Wereldoorlog) stond men tot ver in de jaren vijftig tamelijk onverschillig tegenover thema's als actieve en passieve veiligheid. Pas toen de (daarom door de Amerikaanse autoindustrie gehate) Ralph Nader zijn boek 'Unsafe at any speed' uitbracht, werden mensen enigszins veiligheidsbewust. [[milieu|Milieuproblematiek]] werd pas interessant, toen in 1973 de eerste oliecrisis uitbrak. Met name op het gebied van milieuproblematiek had de Formule 1 sinds die tijd veel meer kunnen bijdragen dan tot nu toe het geval is geweest. Dat is voornamelijk de schuld van de FIA, die verantwoordelijk is voor de steeds meer verstikkende Formule 1-reglementering. Vroeger mocht je desgewenst de Formule 1 bedrijven met dieselmotoren, gasturbines of wankelmotoren; sinds 1990 is dat allemaal verboden. Ook waren voorheen alle mogelijke motorbouwvormen toegestaan; boxer-, H-, W-, VV- en ik-weet-niet-wat-voor-motorconcepten waren daarvan het resultaat onder het motto 'niet geschoten is altijd mis'. Tot 1972 was het aantal cilinders nog vrij; tegenwoor¬dig moét een Formule 1-krachtbron een V-motor zijn met acht cilinders en een cilinderinhoud van 2400 cc. En wat flauw dat een moderne Formule 1-auto niet meer dan vier wielen mag hebben; zes ging destijds toch ook heel goed?
  
 
Het is inmiddels al zo erg, dat potentiële Formule 1-Willy Wortels bij voorkeur worden geworven vanuit de ruimtevaartbranche. De afstand tot de gewone auto dreigt daarmee zo groot te worden, dat de Formule 1 zichzelf - niet als sport maar wel als testmogelijkheid - de das om dreigt te doen. Hoe het dan wel zou moeten? Kijk maar naar de 24-uursrace van Le Mans: die werd in 1990 gewonnen door een auto met wankelmotor, en zojuist door een diesel-Audi. Maar er is hoop!
 
Het is inmiddels al zo erg, dat potentiële Formule 1-Willy Wortels bij voorkeur worden geworven vanuit de ruimtevaartbranche. De afstand tot de gewone auto dreigt daarmee zo groot te worden, dat de Formule 1 zichzelf - niet als sport maar wel als testmogelijkheid - de das om dreigt te doen. Hoe het dan wel zou moeten? Kijk maar naar de 24-uursrace van Le Mans: die werd in 1990 gewonnen door een auto met wankelmotor, en zojuist door een diesel-Audi. Maar er is hoop!
  
 
Je kan van FIA-baas Max Mosley zeggen wat je wilt, maar hem negeren is er niet bij! Onlangs zag hij kennelijk (beter laat dan nooit) het licht branden. Hij zei namelijk te vrezen, dat de toekomst van de Formule 1 onmogelijk los kan worden gezien van de toekomst van de gebruiksauto. Wat hij bedoelt is: de Formule 1 moet op termijn weer worden wat het voorheen was, namelijk het ideale testterrein van de gewone auto. Het zal tijd worden ...
 
Je kan van FIA-baas Max Mosley zeggen wat je wilt, maar hem negeren is er niet bij! Onlangs zag hij kennelijk (beter laat dan nooit) het licht branden. Hij zei namelijk te vrezen, dat de toekomst van de Formule 1 onmogelijk los kan worden gezien van de toekomst van de gebruiksauto. Wat hij bedoelt is: de Formule 1 moet op termijn weer worden wat het voorheen was, namelijk het ideale testterrein van de gewone auto. Het zal tijd worden ...

Versie op 13 jul 2006 14:11