Rol van de racerij bij de ontwikkeling van auto's

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 9: Regel 9:
  
  
In principe waren de eerste automobielen tegelijk ook de eerste raceauto's, al is het heel vreemd dat Duitsland technologisch de bakermat van de auto vormde, en Frankrijk de bakermat van de autosport. De eerste coureurs waren dan ook Fransen en de eerste grote races werden in Frankrijk verreden.
+
In principe waren de eerste automobielen tegelijk ook de eerste raceauto's, al is het heel vreemd dat Duitsland technologisch de bakermat van de auto vormde, en Frankrijk de bakermat van de autosport. De eerste coureurs waren dan ook Fransen en de eerste grote races werden in Frankrijk verreden. Autoracen werd pas echt leuk, toen eigenaren hun automobielen gingen 'tunen' (al heette dat toen vast anders). Luxe en comfort was onbelangrijk, dus om te beginnen werden alle onnodige spullen eraf gesloopt, inclusief de carrosserie (want van aërodynamica had men toen nog nooit gehoord). 'Dikke' motoren inbouwen was de volgende stap. Vanwege de gebrekkige technologische kennis uit die tijd waren snelle motoren per definitie ook grote motoren. Exemplaren met een cilinderinhoud van tien tot twintig liter (let wel: 20.000 cc!) en een maximumtoerental van 1.500 omw/min waren toen heel gewoon. Dankzij al dat racen nam de auto binnen de kortste tijd definitief afscheid van de koets, de fiets en ... de motorfiets (die er notabene eerder was dan de eerste auto, maar dat is iedereen vergeten).
 
+
 
+
Autoracen werd pas echt leuk, toen eigenaren hun automobielen gingen 'tunen' (al heette dat toen vast anders). Luxe en comfort was onbelangrijk, dus om te beginnen werden alle onnodige spullen eraf gesloopt, inclusief de carrosserie (want van aërodynamica had men toen nog nooit gehoord). 'Dikke' motoren inbouwen was de volgende stap. Vanwege de gebrekkige technologische kennis uit die tijd waren snelle motoren per definitie ook grote motoren. Exemplaren met een cilinderinhoud van tien tot twintig liter (let wel: 20.000 cc!) en een maximumtoerental van 1.500 omw/min waren toen heel gewoon. Dankzij al dat racen nam de auto binnen de kortste tijd definitief afscheid van de koets, de fiets en ... de motorfiets (die er notabene eerder was dan de eerste auto, maar dat is iedereen vergeten).
+
  
  
Regel 24: Regel 21:
  
  
[[afbeelding:F1_tyrrel_p34.jpg|thumb|400px|The 1976 Swedish GP saw the first (and only) win of a 6-wheel car - the Tyrrell P34.]]Heel merkwaardig (mogelijk door de nasleep van de gevaarlijke periode  rondom de Tweede Wereldoorlog) stond men tot ver in de jaren vijftig tamelijk onverschillig tegenover thema's als actieve en passieve veiligheid. Pas toen de (daarom door de Amerikaanse autoindustrie gehate) Ralph Nader zijn boek 'Unsafe at any speed' uitbracht, werden mensen enigszins veiligheidsbewust. [[milieu|Milieuproblematiek]] werd pas interessant, toen in 1973 de eerste oliecrisis uitbrak. Met name op het gebied van milieuproblematiek had de Formule 1 sinds die tijd veel meer kunnen bijdragen dan tot nu toe het geval is geweest. Dat is voornamelijk de schuld van de FIA, die verantwoordelijk is voor de steeds meer verstikkende Formule 1-reglementering. Vroeger mocht je desgewenst de Formule 1 bedrijven met dieselmotoren, gasturbines of wankelmotoren; sinds 1990 is dat allemaal verboden. Ook waren voorheen alle mogelijke motorbouwvormen toegestaan; boxer-, H-, W-, VV- en ik-weet-niet-wat-voor-motorconcepten waren daarvan het resultaat onder het motto 'niet geschoten is altijd mis'. Tot 1972 was het aantal cilinders nog vrij; tegenwoor¬dig moét een Formule 1-krachtbron een V-motor zijn met acht cilinders en een cilinderinhoud van 2400 cc. En wat flauw dat een moderne Formule 1-auto niet meer dan vier wielen mag hebben; zes ging destijds toch ook heel goed?
+
[[afbeelding:F1_tyrrel_p34.jpg|thumb|left|400px|The 1976 Swedish GP saw the first (and only) win of a 6-wheel car - the Tyrrell P34.]]Heel merkwaardig (mogelijk door de nasleep van de gevaarlijke periode  rondom de Tweede Wereldoorlog) stond men tot ver in de jaren vijftig tamelijk onverschillig tegenover thema's als actieve en passieve veiligheid. Pas toen de (daarom door de Amerikaanse autoindustrie gehate) Ralph Nader zijn boek 'Unsafe at any speed' uitbracht, werden mensen enigszins veiligheidsbewust. [[milieu|Milieuproblematiek]] werd pas interessant, toen in 1973 de eerste oliecrisis uitbrak. Met name op het gebied van milieuproblematiek had de Formule 1 sinds die tijd veel meer kunnen bijdragen dan tot nu toe het geval is geweest. Dat is voornamelijk de schuld van de FIA, die verantwoordelijk is voor de steeds meer verstikkende Formule 1-reglementering. Vroeger mocht je desgewenst de Formule 1 bedrijven met dieselmotoren, gasturbines of wankelmotoren; sinds 1990 is dat allemaal verboden. Ook waren voorheen alle mogelijke motorbouwvormen toegestaan; boxer-, H-, W-, VV- en ik-weet-niet-wat-voor-motorconcepten waren daarvan het resultaat onder het motto 'niet geschoten is altijd mis'. Tot 1972 was het aantal cilinders nog vrij; tegenwoor¬dig moét een Formule 1-krachtbron een V-motor zijn met acht cilinders en een cilinderinhoud van 2400 cc. En wat flauw dat een moderne Formule 1-auto niet meer dan vier wielen mag hebben; zes ging destijds toch ook heel goed?
 
+
 
+
Het is inmiddels al zo erg, dat potentiële Formule 1-Willy Wortels bij voorkeur worden geworven vanuit de ruimtevaartbranche. De afstand tot de gewone auto dreigt daarmee zo groot te worden, dat de Formule 1 zichzelf - niet als sport maar wel als testmogelijkheid - de das om dreigt te doen. Hoe het dan wel zou moeten? Kijk maar naar de 24-uursrace van Le Mans: die werd in 1990 gewonnen door een auto met wankelmotor, en zojuist door een diesel-Audi. Maar er is hoop!
+
  
  
Je kan van FIA-baas Max Mosley zeggen wat je wilt, maar hem negeren is er niet bij! Onlangs zag hij kennelijk (beter laat dan nooit) het licht branden. Hij zei namelijk te vrezen, dat de toekomst van de Formule 1 onmogelijk los kan worden gezien van de toekomst van de gebruiksauto. Wat hij bedoelt is: de Formule 1 moet op termijn weer worden wat het voorheen was, namelijk het ideale testterrein van de gewone auto. Het zal tijd worden ...
+
Het is inmiddels al zo erg, dat potentiële Formule 1-Willy Wortels bij voorkeur worden geworven vanuit de ruimtevaartbranche. De afstand tot de gewone auto dreigt daarmee zo groot te worden, dat de Formule 1 zichzelf - niet als sport maar wel als testmogelijkheid - de das om dreigt te doen. Hoe het dan wel zou moeten? Kijk maar naar de 24-uursrace van Le Mans: die werd in 1990 gewonnen door een auto met wankelmotor, en zojuist door een diesel-Audi. Maar er is hoop! Je kan van FIA-baas Max Mosley zeggen wat je wilt, maar hem negeren is er niet bij! Onlangs zag hij kennelijk (beter laat dan nooit) het licht branden. Hij zei namelijk te vrezen, dat de toekomst van de Formule 1 onmogelijk los kan worden gezien van de toekomst van de gebruiksauto. Wat hij bedoelt is: de Formule 1 moet op termijn weer worden wat het voorheen was, namelijk het ideale testterrein van de gewone auto. Het zal tijd worden ...

Versie op 14 jul 2006 15:14