Stoom en de Nederlandse brouwerijen

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 59: Regel 59:
 
[[Afbeelding:Tabel_6,2.jpg|thumb|left|340px]]
 
[[Afbeelding:Tabel_6,2.jpg|thumb|left|340px]]
  
Opmerkelijk is dat het gemiddelde per bedrijf toegepaste vermogen aanvankelijk steeg van 4,4 in 1858 tot 8,3 pk negen jaar later. In de periode tot 1880 daalde dit gemiddelde vervolgens via 6,8 en 7,2 in respectievelijk 1870 en 1875 tot 6,6 pk in 1880. De verklaring hiervoor is waarschijnlijk dat in de jaren zeventig ook een aantal kleinere brouwerijen in vooral de provincies Zuid-Holland, Brabant en Limburg stoommachines aanschaften. Dit kan mede worden afgeleid aan de hand van de volgende tabel[[Noten TIN19-1-H6#6-31|<sup>[31]</sup>]].
+
Opmerkelijk is dat het gemiddelde per bedrijf toegepaste vermogen aanvankelijk steeg van 4,4 in 1858 tot 8,3 pk negen jaar later. In de periode tot 1880 daalde dit gemiddelde vervolgens via 6,8 en 7,2 in respectievelijk 1870 en 1875 tot 6,6 pk in 1880. De verklaring hiervoor is waarschijnlijk dat in de jaren zeventig ook een aantal kleinere brouwerijen in vooral de provincies Zuid-Holland, Brabant en Limburg stoommachines aanschaften. Dit kan mede worden afgeleid aan de hand van de volgende tabel[[Noten TIN19-1-H6#6-31|<sup>[31]</sup>]][[Afbeelding:Tabel_6,3.jpg|thumb|340px|left]]
[[Afbeelding:Tabel_6,3.jpg|thumb|340px|left]]
+
 
'''Belemmerende factoren in het zuiden'''
 
'''Belemmerende factoren in het zuiden'''
  
Regel 66: Regel 65:
 
Deze voor het overgrote deel kleine bedrijfjes produceerden voornamelijk voor de lokale markt. De aankoop van een stoommachine was voor verreweg de meeste van deze ambachtelijk werkende brouwerijtjes niet lonend.
 
Deze voor het overgrote deel kleine bedrijfjes produceerden voornamelijk voor de lokale markt. De aankoop van een stoommachine was voor verreweg de meeste van deze ambachtelijk werkende brouwerijtjes niet lonend.
  
Daar kwam nog bij dat Brabant en Noord- en Midden-Limburg pas in de tweede helft van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig, toen [[Transportrevolutíe in de tweede helft van de 19-e eeuw|'''spoorverbindingen''']] met het Roergebied en met het westen van het land gereed kwamen, goed bereikbaar waren voor kolentransporten. Voor Zuid-Limburg, dat zijn brandstof voornamelijk betrok uit het gebied rond Luik, was dit van minder belang. De eerste Limburgse brouwerijen die met stoommachines werkten vinden we dan ook vooral in Maastricht en omgeving.
+
Daar kwam nog bij dat Brabant en Noord- en Midden-Limburg pas in de tweede helft van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig, toen [[Transportrevolutie in de tweede helft van de 19-e eeuw|'''spoorverbindingen''']] met het Roergebied en met het westen van het land gereed kwamen, goed bereikbaar waren voor kolentransporten. Voor Zuid-Limburg, dat zijn brandstof voornamelijk betrok uit het gebied rond Luik, was dit van minder belang. De eerste Limburgse brouwerijen die met stoommachines werkten vinden we dan ook vooral in Maastricht en omgeving.
  
  

Huidige versie van 4 apr 2008 om 10:39