Transportrevolutie in de tweede helft van de 19-e eeuw

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 20: Regel 20:
  
 
[[Afbeelding:Rembrandtsplein.jpg|thumb|451px|right|Rond 1914 kende de stad een breed scala aan transport en verkeer zoals op deze afbeelding van het Amsterdamse Rembrandtplein te zien is.]]
 
[[Afbeelding:Rembrandtsplein.jpg|thumb|451px|right|Rond 1914 kende de stad een breed scala aan transport en verkeer zoals op deze afbeelding van het Amsterdamse Rembrandtplein te zien is.]]
 +
 +
  
 
Er trad wel een belangrijke verschuiving op. In het binnenlands vervoer over water, en met name in de Rijnvaart, begon de bedrijfsvoering op basis van stoomaandrijving de [[Begrippenlijst#Beurtvaart|beurtvaart]] van de zeilschippers te vervangen, een verschijnsel dat gelijk opging met de opkomst van Rotterdam als doorvoerhaven naar en van het opbloeiende Ruhrgebied. De Nederlandse koopvaardijvloot, van oudsher meer afgestemd op buitenlandse dan op Nederlandse vervoersbehoeften, was nog in 1858 voor meer dan de helft gelijkelijk in Amsterdam en in Rotterdam gevestigd. Al in 1877 vond echter bijna 48% van de inklaringen in Nederlandse havens in Rotterdam plaats (tegen 20% in Amsterdam), een aandeel dat in 1907 was toegenomen tot 69% (tegen nog slechts 12,5% in Amsterdam). De doorvoer concentreerde zich in toenemende mate in de Rotterdamsche Waterweg, zoals de Nieuwe Waterweg aanvankelijk werd genoemd, met name in Rotterdam en Vlaardingen.[[Noten H2#2-14|<sup>[14]</sup>]]  
 
Er trad wel een belangrijke verschuiving op. In het binnenlands vervoer over water, en met name in de Rijnvaart, begon de bedrijfsvoering op basis van stoomaandrijving de [[Begrippenlijst#Beurtvaart|beurtvaart]] van de zeilschippers te vervangen, een verschijnsel dat gelijk opging met de opkomst van Rotterdam als doorvoerhaven naar en van het opbloeiende Ruhrgebied. De Nederlandse koopvaardijvloot, van oudsher meer afgestemd op buitenlandse dan op Nederlandse vervoersbehoeften, was nog in 1858 voor meer dan de helft gelijkelijk in Amsterdam en in Rotterdam gevestigd. Al in 1877 vond echter bijna 48% van de inklaringen in Nederlandse havens in Rotterdam plaats (tegen 20% in Amsterdam), een aandeel dat in 1907 was toegenomen tot 69% (tegen nog slechts 12,5% in Amsterdam). De doorvoer concentreerde zich in toenemende mate in de Rotterdamsche Waterweg, zoals de Nieuwe Waterweg aanvankelijk werd genoemd, met name in Rotterdam en Vlaardingen.[[Noten H2#2-14|<sup>[14]</sup>]]  

Versie op 15 aug 2007 14:29