Verbetering van de haveninstallaties tussen 1920 en 1940

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 1: Regel 1:
 
Verbetering van de haveninstallaties tussen1920 en 1940
 
Verbetering van de haveninstallaties tussen1920 en 1940
 
[[afbeelding:05_J853_T_5_0.JPG|thumb|450px|left|Stukgoed kende veel verschijningsvormen, waaronder balen, zoals katoen bij Thomsen aan de Lekhaven te Rotterdam, 1955.]] Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleek hoe kwetsbaar de Rotterdamse haven was; het vervoer kwam bijna geheel stil te liggen. Er kwamen stemmen op die zich afvroegen of de ontstane nadruk op grootschalige overslag van massagoed wel gewenst was. Na het einde van de oorlog in 1918 bleef er ongerustheid bestaan over de toekomst van de haven. De vraag werd gesteld waarom Rotterdam niet meer aandacht besteedde aan de ontwikkeling van het [[De aanleg van nieuwe havencomplexen|'''stukgoederenverkeer''']] en de industrie. De gemeente stelde in 1926 een stukgoedcommissie in, met de burgemeester als voorzitter.(1)Deze commissie wees erop dat niet kon worden volstaan met de aanleg van haveninfrastructuur; ze drong aan op verlaging van de haventarieven. Het is opmerkelijk dat door de stukgoedcommissie en in andere discussies over de toekomst van de Rotterdamse haven zo weinig aandacht werd geschonken aan verbeteringen in de overslagtechniek, terwijl die techniek wel sterk in beweging was. Anders dan vóór de Eerste Wereldoorlog, ging het nu, zowel in het massagoed als in het stukgoed, om een serie kleinere, minder spectaculaire verbeteringen, passend binnen het bestaande technische [[begrippenlijst#Regime|regime]], die echter wel resulteerden in een sterke groei van de arbeidsproductiviteit.(2)
 
[[afbeelding:05_J853_T_5_0.JPG|thumb|450px|left|Stukgoed kende veel verschijningsvormen, waaronder balen, zoals katoen bij Thomsen aan de Lekhaven te Rotterdam, 1955.]] Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleek hoe kwetsbaar de Rotterdamse haven was; het vervoer kwam bijna geheel stil te liggen. Er kwamen stemmen op die zich afvroegen of de ontstane nadruk op grootschalige overslag van massagoed wel gewenst was. Na het einde van de oorlog in 1918 bleef er ongerustheid bestaan over de toekomst van de haven. De vraag werd gesteld waarom Rotterdam niet meer aandacht besteedde aan de ontwikkeling van het [[De aanleg van nieuwe havencomplexen|'''stukgoederenverkeer''']] en de industrie. De gemeente stelde in 1926 een stukgoedcommissie in, met de burgemeester als voorzitter.(1)Deze commissie wees erop dat niet kon worden volstaan met de aanleg van haveninfrastructuur; ze drong aan op verlaging van de haventarieven. Het is opmerkelijk dat door de stukgoedcommissie en in andere discussies over de toekomst van de Rotterdamse haven zo weinig aandacht werd geschonken aan verbeteringen in de overslagtechniek, terwijl die techniek wel sterk in beweging was. Anders dan vóór de Eerste Wereldoorlog, ging het nu, zowel in het massagoed als in het stukgoed, om een serie kleinere, minder spectaculaire verbeteringen, passend binnen het bestaande technische [[begrippenlijst#Regime|regime]], die echter wel resulteerden in een sterke groei van de arbeidsproductiviteit.(2)
De mechanisering van de overslag van massagoed zoals kolen, erts, graan en petroleum die vóór de Eerste Wereldoorlog was gerealiseerd, had geresulteerd in snelle, directe overslag, dat wil zeggen: van zeeschip naar binnenvaartschip zonder opslag op de kade. Deze mechanisering werd tijdens het [[begrippenlijst#Interbellum|Interbellum]] verder geoptimaliseerd. In het stukgoed, waar het gaat om een veelheid aan gebundelde of als aparte eenheden overgeslagen goederen zoals balen katoen, zakken suiker, kisten thee, vaten chemicaliën en machines of onderdelen daarvan, trad met de introductie van stoom-, hydraulische en elektrische kranen wel mechanisatie op, maar die was verre van volledig en het handwerk bleef dominant. Het kwam niet tot een gemechaniseerd technisch regime, al zorgde de gedeeltelijke toepassing van nieuwe technieken zoals elektrische wagens en de [[De wipkraan|'''wipkraan''']][[afbeelding:TIN20V_blz98.jpg|thumb|300px|right|Doordat wipkranen dichter op elkaar konden staan dan andere kranen, was er een hogere uurproductie per schip mogelijk.]] wel voor een aanzienlijke productiviteitsstijging. De vraag is, waarom een ingrijpende mechanisering van de stukgoedoverslag pas ver na de Tweede Wereldoorlog, eind jaren zestig, totstandkwam in de vorm van toepassing van de [[begrippenlijst#Container|container]]. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, is het noodzakelijk in te gaan op ontwikkelingen in de overslagtechniek van zowel massagoed als stukgoed lang voordat de container in de haven verscheen.
+
De mechanisering van de overslag van massagoed zoals kolen, erts, graan en petroleum die vóór de Eerste Wereldoorlog was gerealiseerd, had geresulteerd in snelle, directe overslag, dat wil zeggen: van zeeschip naar binnenvaartschip zonder opslag op de kade. Deze mechanisering werd tijdens het [[begrippenlijst#Interbellum|Interbellum]] verder geoptimaliseerd. In het stukgoed, waar het gaat om een veelheid aan gebundelde of als aparte eenheden overgeslagen goederen zoals balen katoen, zakken suiker, kisten thee, vaten chemicaliën en machines of onderdelen daarvan, trad met de introductie van stoom-, hydraulische en elektrische kranen wel mechanisatie op, maar die was verre van volledig en het handwerk bleef dominant. Het kwam niet tot een gemechaniseerd technisch regime, al zorgde de gedeeltelijke toepassing van nieuwe technieken zoals elektrische wagens en de [[De wipkraan|'''wipkraan''']] [[afbeelding:TIN20V_blz98.jpg|thumb|300px|right|Doordat wipkranen dichter op elkaar konden staan dan andere kranen, was er een hogere uurproductie per schip mogelijk.]] wel voor een aanzienlijke productiviteitsstijging. De vraag is, waarom een ingrijpende mechanisering van de stukgoedoverslag pas ver na de Tweede Wereldoorlog, eind jaren zestig, totstandkwam in de vorm van toepassing van de [[begrippenlijst#Container|container]]. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, is het noodzakelijk in te gaan op ontwikkelingen in de overslagtechniek van zowel massagoed als stukgoed lang voordat de container in de haven verscheen.
  
 
Aan het einde van de negentiende eeuw werd in het stukgoedoverslagbedrijf in de regel gebruik gemaakt van zowel scheepsgerei als vaste walkranen. De walkranen waren het belangrijkst: het waren allemaal draaikranen, waarvan vele variaties bestonden en die in de loop van de jaren steeds werden verbeterd. De benuttingsgraad van deze kranen was echter laag. De kraan stond vaak stil om ruimte te bieden aan het stuwen, het bundelen van de lading – die bestond uit balen, dozen, zakken, kratten, kisten, vaten en andere verpakkingen – in een hijs, het weer uit elkaar halen van de hijs en het aan- en afhaken van de hijs. Dit alles bleef handwerk. De mechanisatie van de massagoedoverslag zorgde ervoor dat het handmatige karakter van de stukgoedbehandeling gemakkelijker als een probleem kon worden gedefinieerd.(3)De variatie in de afmetingen, de aard van de goederen en het grote aantal verschillende partijen per scheepslading maakten mechanisatie van de stukgoedoverslag echter erg lastig. De partijen in de Rotterdamse haven konden en wilden wellicht ook geen invloed uitoefenen op de manier waarop de goederen werden aangeleverd. De [[begrippenlijst#Stuwadoor|stuwadoors]] zagen wel mogelijkheden tot permanente bundeling van ladingeenheden, maar ze waren hierin alleen geïnteresseerd als ze er zelf direct voordeel van zouden hebben.(4)Zolang de rederijen de trage overslag van stukgoed niet als een acuut probleem definieerden, bleef het handmatige regime in stand. De opties voor verbetering werden vooral gezocht binnen het bestaande regime en zonder wijziging van de vorm van de lading.
 
Aan het einde van de negentiende eeuw werd in het stukgoedoverslagbedrijf in de regel gebruik gemaakt van zowel scheepsgerei als vaste walkranen. De walkranen waren het belangrijkst: het waren allemaal draaikranen, waarvan vele variaties bestonden en die in de loop van de jaren steeds werden verbeterd. De benuttingsgraad van deze kranen was echter laag. De kraan stond vaak stil om ruimte te bieden aan het stuwen, het bundelen van de lading – die bestond uit balen, dozen, zakken, kratten, kisten, vaten en andere verpakkingen – in een hijs, het weer uit elkaar halen van de hijs en het aan- en afhaken van de hijs. Dit alles bleef handwerk. De mechanisatie van de massagoedoverslag zorgde ervoor dat het handmatige karakter van de stukgoedbehandeling gemakkelijker als een probleem kon worden gedefinieerd.(3)De variatie in de afmetingen, de aard van de goederen en het grote aantal verschillende partijen per scheepslading maakten mechanisatie van de stukgoedoverslag echter erg lastig. De partijen in de Rotterdamse haven konden en wilden wellicht ook geen invloed uitoefenen op de manier waarop de goederen werden aangeleverd. De [[begrippenlijst#Stuwadoor|stuwadoors]] zagen wel mogelijkheden tot permanente bundeling van ladingeenheden, maar ze waren hierin alleen geïnteresseerd als ze er zelf direct voordeel van zouden hebben.(4)Zolang de rederijen de trage overslag van stukgoed niet als een acuut probleem definieerden, bleef het handmatige regime in stand. De opties voor verbetering werden vooral gezocht binnen het bestaande regime en zonder wijziging van de vorm van de lading.

Versie op 8 aug 2007 14:07