Voeding voor het volk: kwantiteit en kwaliteit

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 39: Regel 39:
 
'''Voedselhoeveelheid en voedselkwaliteit'''
 
'''Voedselhoeveelheid en voedselkwaliteit'''
  
Transport en massaproductie deden weliswaar de hoeveelheid voedsel toenemen, maar met de verlenging van distributieschakels nam tevens de kans op een vermindering van de kwaliteit toe. ‘Vervalsing’ van voedingsmiddelen was niet denkbeeldig. Toevoeging van oneigenlijke stoffen om producten voordeliger te laten uitkomen, was in de (tussen)handel heel gebruikelijk en kon producenten en consumenten groot nadeel berokkenen. Brood, boter en melk werden dikwijls vervalst en dat betekende een gevaar voor de gezondheid.[[Noten TIN20-3-H1#1-22|<sup>[22]</sup>]]
+
Transport en massaproductie deden weliswaar de hoeveelheid voedsel toenemen, maar met de verlenging van distributieschakels nam tevens de kans op een vermindering van de kwaliteit toe. ‘Vervalsing’ van voedingsmiddelen was niet denkbeeldig. Toevoeging van oneigenlijke stoffen om producten voordeliger te laten uitkomen, was in de (tussen)handel heel gebruikelijk en kon producenten en consumenten groot nadeel berokkenen. [[Meel en gezondheid|'''Brood''']], [[Botervervalsing|'''boter''']] en melk werden dikwijls vervalst en dat betekende een gevaar voor de gezondheid.[[Noten TIN20-3-H1#1-22|<sup>[22]</sup>]]
  
 
Daarnaast vormden de grote bederfelijkheid van de meeste voedingsmiddelen en de mogelijkheid tot bacteriële besmetting door het gebruik van bijvoorbeeld vlees en melk een groot probleem, met [[begrippenlijst#Tuberculose|tuberculose]] of voedselvergiftiging als gevolg. De mogelijkheid tot transport van bijvoorbeeld boter, kaas en vis van en naar verre streken was beperkt door de bederfelijkheid hiervan, de beperkte technische mogelijkheden om bederf tegen te gaan en de transportsnelheid. Boter werd bijvoorbeeld veel naar Engeland en weinig naar Nederlands-Indië geëxporteerd (en dan nog sterk gezouten), totdat er blikken beschikbaar kwamen.  
 
Daarnaast vormden de grote bederfelijkheid van de meeste voedingsmiddelen en de mogelijkheid tot bacteriële besmetting door het gebruik van bijvoorbeeld vlees en melk een groot probleem, met [[begrippenlijst#Tuberculose|tuberculose]] of voedselvergiftiging als gevolg. De mogelijkheid tot transport van bijvoorbeeld boter, kaas en vis van en naar verre streken was beperkt door de bederfelijkheid hiervan, de beperkte technische mogelijkheden om bederf tegen te gaan en de transportsnelheid. Boter werd bijvoorbeeld veel naar Engeland en weinig naar Nederlands-Indië geëxporteerd (en dan nog sterk gezouten), totdat er blikken beschikbaar kwamen.  
De sterke bederfelijkheid van voedingsmiddelen na de oogst en de slacht was geen nieuw probleem. Productie en bewerking van voedsel voor huishoudelijke consumptie vond rond 1890 veelal in huishoudens of als ambachtelijke nijverheid plaats. In de loop van eeuwen hadden technieken als pekelen, roken, drogen, inzuren en [[begrippenlijst#Confituren|confituren]] hun nut bewezen.[[Noten TIN20-3-H1#1-23|<sup>[23]</sup>]] Desalniettemin ging het voedsel vaak sterk achteruit in kwaliteit, veranderde van smaak en bedierf ten slotte toch. Om deze redenen waren vlees, vis, groente en fruit buiten het seizoen niet vers verkrijgbaar. Deze natuurlijke beperkingen waren niet alleen voor gezinshuishoudens een probleem, maar bemoeilijkten ook de [[begrippenlijst#Fouragering|
+
 
fouragering]] van leger en vloot. Nieuwe en verbeterde[[Conserveermiddelen, antioxidanten en andere additieven|''' conserveringstechnieken''']] en gemechaniseerd transport zouden evenwel mogelijkheden scheppen de beperkingen van ruimte en tijd te overbruggen waaraan de productie en consumptie van voedsel altijd gebonden waren geweest.
+
 
 +
De sterke bederfelijkheid van voedingsmiddelen na de oogst en de slacht was geen nieuw probleem. Productie en bewerking van voedsel voor huishoudelijke consumptie vond rond 1890 veelal in huishoudens of als ambachtelijke nijverheid plaats. In de loop van eeuwen hadden technieken als pekelen, roken, drogen, inzuren en [[begrippenlijst#Confituren|confituren]] hun nut bewezen.[[Noten TIN20-3-H1#1-23|<sup>[23]</sup>]]  
 +
 
 +
Desalniettemin ging het voedsel vaak sterk achteruit in kwaliteit, veranderde van smaak en bedierf ten slotte toch. Om deze redenen waren vlees, vis, groente en fruit buiten het seizoen niet vers verkrijgbaar. Deze natuurlijke beperkingen waren niet alleen voor gezinshuishoudens een probleem, maar bemoeilijkten ook de [[begrippenlijst#Fouragering|
 +
fouragering]] van leger en vloot. Nieuwe en verbeterde [[Conserveermiddelen, antioxidanten en andere additieven|''' conserveringstechnieken''']] en gemechaniseerd transport zouden evenwel mogelijkheden scheppen de beperkingen van ruimte en tijd te overbruggen waaraan de productie en consumptie van voedsel altijd gebonden waren geweest.

Huidige versie van 7 apr 2008 om 10:36