Voedselvoorziening niet alleen het domein van producent en handel

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 8: Regel 8:
 
Er werd in de diverse voedingsmiddelenbranches niet of nauwelijks in termen van een voedingsmiddelenketen gedacht en gedaan. Tegen het laatste decennium van de twintigste eeuw was dat wel het geval, hetgeen leidde tot pogingen tot beheersing van de hele keten. De organisaties die bij de schakels in de keten betrokken waren, veranderden na 1890 sterk van samenstelling. Dit ging gepaard met een verschuiving van de onderlinge machtsbalans tussen producenten, [[Begrippenlijst#Distributie|distributeurs]] en consumenten. In het begin van de eeuw trad er een verschuiving op ten gunste van de eersten, aan het einde van de eeuw nam juist de invloed van distributie en consumptie toe.  
 
Er werd in de diverse voedingsmiddelenbranches niet of nauwelijks in termen van een voedingsmiddelenketen gedacht en gedaan. Tegen het laatste decennium van de twintigste eeuw was dat wel het geval, hetgeen leidde tot pogingen tot beheersing van de hele keten. De organisaties die bij de schakels in de keten betrokken waren, veranderden na 1890 sterk van samenstelling. Dit ging gepaard met een verschuiving van de onderlinge machtsbalans tussen producenten, [[Begrippenlijst#Distributie|distributeurs]] en consumenten. In het begin van de eeuw trad er een verschuiving op ten gunste van de eersten, aan het einde van de eeuw nam juist de invloed van distributie en consumptie toe.  
  
In de loop van de twintigste eeuw ontstond tevens een middenveld tussen productie en consumptie. Met de verlenging (toename van het aantal subschakels in de keten en de geografische afstand tussen de schakels) en differentiatie van de keten ([[begrippenlijst#Complex|complexer]] worden van de schakels zelf) ontstonden allerlei problemen. Productie en consumptie kwamen steeds verder uit elkaar te liggen, waardoor producenten hun zicht op de consument verloren en consumenten hun invloed op de productie. Problemen met de kwaliteit van voedsel vroegen om oplossingen.  
+
In de loop van de twintigste eeuw ontstond tevens een middenveld tussen productie en consumptie. Met de verlenging (toename van het aantal subschakels in de keten en de geografische afstand tussen de schakels) en differentiatie van de keten ([[begrippenlijst#Complex|complexer]] worden van de schakels zelf) ontstonden allerlei problemen. Productie en consumptie kwamen steeds verder uit elkaar te liggen, waardoor producenten hun zicht op de consument verloren en consumenten hun invloed op de productie. Problemen met de [[Voedingswaarde en kwaliteit van voedsel|'''kwaliteit van voedsel''']] vroegen om oplossingen.  
  
  
Regel 24: Regel 24:
 
'''Het belang van voedingsleer'''
 
'''Het belang van voedingsleer'''
  
De functie van elementaire voedingsstoffen als eiwitten, vetten en [[begrippenlijst#Koolhydraten|koolhydraten]] was rond 1900 bekend en resulteerde in een voedingsleer.[[Noten TIN20-3-H1#1-33|<sup>[33]</sup>]] Deze kennis was essentieel voor een antwoord op de vraag hoe voeding de gezondheid en werkkracht van de inwoners van de opkomende westerse natie-staten kon beïnvloeden en was daarmee van direct belang voor overheden.[[Noten TIN20-3-H1#1-34|<sup>[34]</sup>]]  Experimenteel onderzoek naar de [[begrippenlijst#Fysiologie|fysiologie]] van de voeding van mensen en andere dieren moest hierover meer uitsluitsel geven. De eigenschappen en gedragingen van de voedingsmiddelen zelf (later levensmiddelentechnologie genoemd) vormden een ander breed terrein van studie. Zo wist men bijvoorbeeld door chemische omzetting [[begrippenlijst#Glucose|
+
De functie van elementaire voedingsstoffen als eiwitten, vetten en [[begrippenlijst#Koolhydraten|koolhydraten]] was rond 1900 bekend en resulteerde in een voedingsleer.[[Noten TIN20-3-H1#1-33|<sup>[33]</sup>]]  
glucosestroop]] van aardappelen te maken. Beide takken van kennis waren voor de techniekontwikkeling van belang en hadden een [[begrippenlijst#Multidisciplinair|
+
 
multidisciplinair]] karakter. Medici, fysiologen en chemici behoorden tot de eersten die voeding als onderzoeks- en praktijkgebied [[begrippenlijst#Claimen|claimden]]. Een sterke mate van differentiatie, institutionalisering en professionalisering vond plaats. Naast concurrentie tussen bedrijven waren volksgezondheid en veranderende eisen van kwantiteit en kwaliteit belangrijke impulsen voor uitbreiding van het wetenschappelijk onderzoek. Op vele locaties of schakels in de veranderende keten hebben voedingswetenschappers en technologen zich zodanig weten te nestelen dat ze onmisbaar zijn geworden. Organisaties als de Consumentenbond laten zich bijvoorbeeld over voeding adviseren door [[begrippenlijst#Representant|representanten]] van de voedingswetenschappen.[[Noten TIN20-3-H1#1-35|<sup>[35]</sup>]] Behalve bij kennis- en adviesinstituten traden chemici en voedingskundigen ook in dienst bij de overheid, bijvoorbeeld als controleurs bij de Keuringsdiensten van Waren.  
+
Deze kennis was essentieel voor een antwoord op de vraag hoe voeding de gezondheid en werkkracht van de inwoners van de opkomende westerse natie-staten kon beïnvloeden en was daarmee van direct belang voor overheden.[[Noten TIN20-3-H1#1-34|<sup>[34]</sup>]]   
 +
 
 +
Experimenteel onderzoek naar de [[begrippenlijst#Fysiologie|fysiologie]] van de voeding van mensen en andere dieren moest hierover meer uitsluitsel geven. De eigenschappen en gedragingen van de voedingsmiddelen zelf (later levensmiddelentechnologie genoemd) vormden een ander breed terrein van studie. Zo wist men bijvoorbeeld door chemische omzetting [[begrippenlijst#Glucose|glucosestroop]] van aardappelen te maken. Beide takken van kennis waren voor de techniekontwikkeling van belang en hadden een [[begrippenlijst#Multidisciplinair|
 +
multidisciplinair]] karakter.  
 +
 
 +
Medici, fysiologen en chemici behoorden tot de eersten die voeding als onderzoeks- en praktijkgebied [[begrippenlijst#Claimen|claimden]]. Een sterke mate van differentiatie, institutionalisering en professionalisering vond plaats. Naast concurrentie tussen bedrijven waren volksgezondheid en veranderende eisen van kwantiteit en kwaliteit belangrijke impulsen voor uitbreiding van het wetenschappelijk onderzoek. Op vele locaties of schakels in de veranderende keten hebben voedingswetenschappers en technologen zich zodanig weten te nestelen dat ze onmisbaar zijn geworden. Organisaties als de Consumentenbond laten zich bijvoorbeeld over voeding adviseren door [[begrippenlijst#Representant|representanten]] van de voedingswetenschappen.[[Noten TIN20-3-H1#1-35|<sup>[35]</sup>]] Behalve bij kennis- en adviesinstituten traden chemici en voedingskundigen ook in dienst bij de overheid, bijvoorbeeld als controleurs bij de Keuringsdiensten van Waren.  
  
  

Versie op 8 apr 2008 08:49