Volksdrank en genotmiddel

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 34: Regel 34:
 
Omstreeks 1850 kreeg bier een opmerkelijke steun vanuit kringen van [[begrippenlijst#Burgerij|burgerij]] en parlement. In korte tijd waren de [[begrippenlijst#Deplorabel|deplorabele]] levensomstandigheden van 'de lagere klassen' tot een intens discussie-onderwerp geworden. Ook in 's lands vergaderzaal werden de vele aspecten van de slechte volksgezondheid besproken: de slechte behuizing, lage lonen, kindersterfte, slechte voeding. Vooral de voedselprijzen en [[begrippenlijst#Accijns|accijnzen]] op eerste levensbehoeften werden in onderlinge samenhang behandeld.  
 
Omstreeks 1850 kreeg bier een opmerkelijke steun vanuit kringen van [[begrippenlijst#Burgerij|burgerij]] en parlement. In korte tijd waren de [[begrippenlijst#Deplorabel|deplorabele]] levensomstandigheden van 'de lagere klassen' tot een intens discussie-onderwerp geworden. Ook in 's lands vergaderzaal werden de vele aspecten van de slechte volksgezondheid besproken: de slechte behuizing, lage lonen, kindersterfte, slechte voeding. Vooral de voedselprijzen en [[begrippenlijst#Accijns|accijnzen]] op eerste levensbehoeften werden in onderlinge samenhang behandeld.  
  
Bier had in de context van volksgezondheid een dubbelrol. Er werd accijns op geheven, waarvan men de rechtvaardigheid betwijfelde; daarnaast werd bier door velen binnen en buiten het parlement gezien als een wapen tegen 'de kanker der jenever'. Het jeneververbruik had namelijk in de jaren veertig en vijftig een onrustbarende omvang gekregen en heette de oorzaak te zijn van de [[begrippenlijst#'Zedelijke-verwildering'|"zedelijke verwildering"]]. [[begrippenlijst#Sociale-misère|Sociale misère]], gebrek aan werklust, armoede en dus ondervoeding vonden een belangrijke oorzaak in jenever- en brandewijn-alcoholisme. De Utrechtse hoogleraar in de scheikunde G.J. Mulder, meende in 1857 zelfs dat teruggang in de internationale positie van ons land direct verband hield met de weinig rooskleurige ontwikkeling van de brouwnijverheid.[[Noten TIN19-1-H6#6-2|<sup>[2]</sup>]]   
+
Bier had in de context van volksgezondheid een dubbelrol. Er werd accijns op geheven, waarvan men de rechtvaardigheid betwijfelde; daarnaast werd bier door velen binnen en buiten het parlement gezien als een wapen tegen 'de kanker der jenever'. Het jeneververbruik had namelijk in de jaren veertig en vijftig een onrustbarende omvang gekregen en heette de oorzaak te zijn van de [[begrippenlijst#Zedelijke-verwildering|"zedelijke verwildering"]]. [[begrippenlijst#Sociale-misère|Sociale misère]], gebrek aan werklust, armoede en dus ondervoeding vonden een belangrijke oorzaak in jenever- en brandewijn-alcoholisme. De Utrechtse hoogleraar in de scheikunde G.J. Mulder, meende in 1857 zelfs dat teruggang in de internationale positie van ons land direct verband hield met de weinig rooskleurige ontwikkeling van de brouwnijverheid.[[Noten TIN19-1-H6#6-2|<sup>[2]</sup>]]   
  
 
Zou men de werkman ertoe kunnen verleiden bier in plaats van jenever te laten drinken? Kamerleden hoopten en twijfelden tegelijk. Afschaffing van de bier-accijns zou weinig baten, want per liter scheelde dat ongeveer één cent, op een literprijs van ongeveer zeven cent. Drinkgewoonten lieten zich niet eenvoudig sturen.
 
Zou men de werkman ertoe kunnen verleiden bier in plaats van jenever te laten drinken? Kamerleden hoopten en twijfelden tegelijk. Afschaffing van de bier-accijns zou weinig baten, want per liter scheelde dat ongeveer één cent, op een literprijs van ongeveer zeven cent. Drinkgewoonten lieten zich niet eenvoudig sturen.

Versie op 3 apr 2008 20:10