Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Ervaringen met het autorijden

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 2: Regel 2:
 
oplossing zou brengen en daar zag ik een ding, dat afschuwelijk lelijk was en rookte en stonk en trilde en een akelig lawaai maakte en niet de snelheid had van een fiets. Ik dacht: “dat is niets en wordt ook nooit iets”.’ [[Noten H3#3-27|<sup>[27]</sup>]] Zijn enthousiasme werd pas gewekt toen hij, in 1898, de deelnemers van de [[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): racen en toeren|rit Parijs-Amsterdam]] de hoofdstad zag binnenrijden. Vanaf dat moment begon hij alles te lezen wat hij in handen kon krijgen over de auto en ging hij zich verdiepen in de [[Geschiedenis van de autotechniek|'''techniek''']]. Na twee avontuurlijke autoritten, in Parijs en in België, in beide gevallen met een gehuurde auto met chauffeur, besloot hij zijn licht op te steken bij Henri Meijer, hoofdredacteur van de Kampioen. Diens antwoord deprimeerde hem zeer: ‘Als U niet zó gefortuneerd bent dat U zich kunt afvragen: “wat zal ik nu eens doen: een stal met renpaarden gaan houden of een automobiel kopen” dan moet u er niet aan beginnen.’ [[Noten H3#3-28|<sup>[28]</sup>]]  Veening slaat Meijers raad echter in de wind en koopt, op 16 mei 1902, een voiturette, een lichte eencilinder Darracq. Het vervolg van Veenings herinneringen, opgetekend in 1958, is één lange [[Begrippenlijst#Litanie|litanie]] van technisch gedetailleerde verklaringen voor ongevallen en ongemakken, van afgebroken motorsteunen, negen lekke banden op een tocht van Arnhem naar Amsterdam, het bestellen van een mengsel van [[Begrippenlijst#Glycerine|glycerine]] en water bij zijn medicijnenleverancier bij wijze van koelvloeistof, tot het bij een naburige smid uit het volle metaal laten draaien van een set nieuwe [[Begrippenlijst#Nokkenas|nokkenassen]], die het vermogen van zijn Darracq met sprongen doet stijgen. In 1914, twaalf jaar na zijn eerste aankoop, koopt Veening zijn volgende auto.
 
oplossing zou brengen en daar zag ik een ding, dat afschuwelijk lelijk was en rookte en stonk en trilde en een akelig lawaai maakte en niet de snelheid had van een fiets. Ik dacht: “dat is niets en wordt ook nooit iets”.’ [[Noten H3#3-27|<sup>[27]</sup>]] Zijn enthousiasme werd pas gewekt toen hij, in 1898, de deelnemers van de [[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): racen en toeren|rit Parijs-Amsterdam]] de hoofdstad zag binnenrijden. Vanaf dat moment begon hij alles te lezen wat hij in handen kon krijgen over de auto en ging hij zich verdiepen in de [[Geschiedenis van de autotechniek|'''techniek''']]. Na twee avontuurlijke autoritten, in Parijs en in België, in beide gevallen met een gehuurde auto met chauffeur, besloot hij zijn licht op te steken bij Henri Meijer, hoofdredacteur van de Kampioen. Diens antwoord deprimeerde hem zeer: ‘Als U niet zó gefortuneerd bent dat U zich kunt afvragen: “wat zal ik nu eens doen: een stal met renpaarden gaan houden of een automobiel kopen” dan moet u er niet aan beginnen.’ [[Noten H3#3-28|<sup>[28]</sup>]]  Veening slaat Meijers raad echter in de wind en koopt, op 16 mei 1902, een voiturette, een lichte eencilinder Darracq. Het vervolg van Veenings herinneringen, opgetekend in 1958, is één lange [[Begrippenlijst#Litanie|litanie]] van technisch gedetailleerde verklaringen voor ongevallen en ongemakken, van afgebroken motorsteunen, negen lekke banden op een tocht van Arnhem naar Amsterdam, het bestellen van een mengsel van [[Begrippenlijst#Glycerine|glycerine]] en water bij zijn medicijnenleverancier bij wijze van koelvloeistof, tot het bij een naburige smid uit het volle metaal laten draaien van een set nieuwe [[Begrippenlijst#Nokkenas|nokkenassen]], die het vermogen van zijn Darracq met sprongen doet stijgen. In 1914, twaalf jaar na zijn eerste aankoop, koopt Veening zijn volgende auto.
  
<gflash>480 360 http://www.ncad.nl/wiki/images/2/2d/Autoverkeer.swf</gflash>
+
<gflash>420 360 http://www.ncad.nl/wiki/images/2/2d/Autoverkeer.swf</gflash>
 
[[Afbeelding:darrack_op_sleeptouw.jpg|300px|thumb|right|Darrack op sleeptouw.]]
 
[[Afbeelding:darrack_op_sleeptouw.jpg|300px|thumb|right|Darrack op sleeptouw.]]
 
Het heeft er alle schijn van dat het technische-functionele deel van het [[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als avonturenmachine|autoavontuur]] aanvankelijk werd gemodelleerd door de tegenstrever van de ANWB, de grootburgerlijke (K)NAC. Die probeerde bijvoorbeeld door het regelmatig organiseren van betrouwbaarheidsritten aan te tonen dat het met het functionele avontuur wel meeviel. Dat wordt bevestigd door de vragenrubriek van de Kampioen, waarin, in 1905 bijvoorbeeld, slechts 30 van de 313 ingezonden vragen de autotechniek betroffen (en meer dan het dubbele de motorfietstechniek). Niettemin laat deze rubriek zien met welke technische problemen de eerste autogebruikers worstelden. Hoofdprobleem was de elektrische installatie (accu’s, bougies), gevolgd door de brandstof, die dikwijls met speciale toevoegingen aan de persoonlijke behoefte van de gebruiker werd aangepast. Zo werd soms [[Begrippenlijst#Picrinezuur|picrinezuur]] toegevoegd, een aan de racerij ontleende truc om het motorvermogen op te voeren [[Noten H3#3-29|<sup>[29]</sup>]]
 
Het heeft er alle schijn van dat het technische-functionele deel van het [[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als avonturenmachine|autoavontuur]] aanvankelijk werd gemodelleerd door de tegenstrever van de ANWB, de grootburgerlijke (K)NAC. Die probeerde bijvoorbeeld door het regelmatig organiseren van betrouwbaarheidsritten aan te tonen dat het met het functionele avontuur wel meeviel. Dat wordt bevestigd door de vragenrubriek van de Kampioen, waarin, in 1905 bijvoorbeeld, slechts 30 van de 313 ingezonden vragen de autotechniek betroffen (en meer dan het dubbele de motorfietstechniek). Niettemin laat deze rubriek zien met welke technische problemen de eerste autogebruikers worstelden. Hoofdprobleem was de elektrische installatie (accu’s, bougies), gevolgd door de brandstof, die dikwijls met speciale toevoegingen aan de persoonlijke behoefte van de gebruiker werd aangepast. Zo werd soms [[Begrippenlijst#Picrinezuur|picrinezuur]] toegevoegd, een aan de racerij ontleende truc om het motorvermogen op te voeren [[Noten H3#3-29|<sup>[29]</sup>]]

Versie op 17 jul 2006 13:58