Aanmelden
Inhoudsopgave
Willekeurige pagina
Over TIN
Toon brontekst
Van Techniek in Nederland
voor
Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Vooroorlogse elektrische auto's
Ga naar:
navigatie
,
zoek
Terwijl de benzineauto zich bij uitstek leende voor het racen en toeren (en daarmee de traditie van de fiets‘sport’ voortzette), gebeurde het opzichtige ‘flaneren’ met de auto in de stad met de elektrische auto, die daarmee de traditie van het koetsritje in het park en langs de boulevard voortzette. Dit laatste bleef echter in alle automobiliserende landen een subcultuur: op een zeer korte fase in de Verenigde Staten vóór 1900 na, kwam het aantal elektrisch aangedreven auto’s nergens boven de één tot twee procent van het autobestand uit, al waren er plaatselijk wel spectaculaire uitschieters, zoals Chicago, Berlijn en Amsterdam. In de laatste stad ontstond vanaf 1909 zelfs een kleine tachtig elektrische auto’s omvattende taxivloot, die zeker tot de Eerste Wereldoorlog het hoofdstedelijke straatbeeld domineerde [[Noten#3-9|[9]]]. Op landelijke schaal overschreed het aantal geregistreerde elektrisch aangedreven auto’s echter nimmer de 150 exemplaren[[Noten#3-10|[10]]]. Welke auto men echter ook gebruikte, hij maakte het mogelijk zich te onderscheiden, juist op het moment dat de fiets, die deze functie eerder had vervuld voor de hogere burgerij, een massavervoermiddel begon te worden.
Terug naar
Vroege autogeschiedenis (tot 1914): Vooroorlogse elektrische auto's
.