|
|
Regel 1: |
Regel 1: |
− | | + | Schematische weergave van een compressiekoelmachine, zoals die aan het begin van de twintigste eeuw werd toegepast. Binnen een compressiekoelmachine kan koude worden opgewekt door ammoniak of een andere vloeistof te laten verdampen, waardoor deze warmte aan de omgeving onttrekt en deze afkoelt. Door de damp vervolgens samen te persen en onder invloed van koelwater te laten condenseren, is de cirkel rond en kan de koelvloeistof opnieuw warmte aan de omgeving onttrekken. Het schema toont de onderdelen die nodig zijn voor een dergelijke cirkelgang. In de verdamper V onttrekt de koelvloeistof warmte aan een zoutoplossing die door de bak stroomt. A is de plek waar deze zoutoplossing wordt binnen gelaten, B de plek waar deze weer naar buiten stroomt. De koelvloeistof verdampt onder invloed van de opgekomen warmte, waarna deze in deze de compressor Cp komt. De compressor perst de damp samen in een stel pijpen in de condensor C. Bij E stroomt het koelwater binnen, bij F weer naar buiten. De vergroting van de druk zorgt ervoor dat het gas weer vloeibaar wordt. Het reguleerventiel Rv zorgt ervoor dat even veel vloeistof in de verdamper stroomt als verdampt. |