Noten TIN20-3-H5

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
k (Noten H5 hernoemd naar Noten TIN20-3-H5)
 
Regel 1: Regel 1:
<BR>
+
<br>
'''Hoofdstuk 5'''  
+
'''Hoofdstuk 5'''
 
''Titel''
 
''Titel''
<BR>
 
  
*<div id=5-1>[1] Zie Van de Laar, Stad van formaat, 339 en GAR, Archief Bureau Havenbeheer, inv. 220, ongedateerd stuk en Brief van de voorzitter aan de leden van de stukgoedcommissie van 20 oktober 1926.</div>
+
*<div id=5-1>[1] L.Reijnders, R.Sijmons e.a., Voedsel in Nederland. Gezondheid, bedrog en vergif (Amsterdam 1973</div>
*<div id=5-2>[2] Voor het regime begrip en het onderscheid tussen massa-goed en stukgoed verwijzen we naar hoofdstuk 4. </div>
+
*<div id=5-2>[2] Reijnders en Sijmons 1973, 107-109.</div>
*<div id=5-3>[3] Zie bijvoorbeeld F. Muller van Braker, ‘Laden en lossen op vrachtschepen’,  De Ingenieur 29 nr. 19 (8 mei 1915), 402-406 nr. 33 (14 augustus 1915) 666-675 en J. Hofstede, ‘De scheepvaart van de toekomst. Beschouwing over een nieuwe wijze voor het laden, lossen en overschepen van stukgoederen, met een schets van de eventueele gevolgen voor Nederland’, Het Schip 13 nr. 15 (17 juli 1931) 189-191. </div>
+
*<div id=5-3>[3] A.H. van Otterloo, ‘The development of public distrust in modern food technology in the Netherlands. Professionals, laymen and the Consumer’s Union’, in: A.P. den Hartog (ed.), Food, Technology, Science and Marketing. European Diet in the Twentieth Century (East Linton 1995) 253-268.</div>
*<div id=5-4>[4] AECT, inv. 24766 901 (archief Thomsen), Documentatiemap XIII, New Methods, Leaving cargo in sling, Notitie laden/lossen, circa 1934.</div>
+
*<div id=5-4>[4] S. Aupers en A.H. van Otterloo, New Age. Een godsdiensthistorische en sociologische benadering, Kampen 2000, 62.</div>
*<div id=5-5>[5] Zie kader voor bronvermelding.</div>
+
*<div id=5-5>[5] UHA, UUB 809; Unilever constateerde een aantal feitelijke onjuistheden en ging voorts vooral in op de BWA-kritiek op gezondheidsreclame. Gezondheidsclaims zijn nog steeds omstreden.</div>
*<div id=5-6>[6] Zie hoofdstuk 4. </div>
+
*<div id=5-6>[6] H.van den Dool, ‘Smakelijk eten’, Voeding 43 (1982) 1, 5-9, A.van Genderen, ‘Smakelijk eten?’, Voeding 43 (1982) 1, 1982, 10-11, L.Reijnders, ‘De aanvaardbaarheid van voedseladditieven’, Voeding 43, (1982) 3; Advies voedseladditieven en -verontreinigingen; technologische en toxicologische richtlijnen, Voedingsraad, Ministerie van WVC ('s-Gravenhage 1984) 1-2; eerder al had de overheid Algemene Richtlijnen voor Toevoegingen gepubliceerd (1968, 1973).</div>
*<div id=5-7>[7] N.Th. Koomans, ‘De haven en haar outillage’ in: J. Schraver (red.), Rotterdam de poort van Europa (Rotterdam en Antwerpen 1946) 157-158</div>
+
*<div id=5-7>[7] Commissie van de Europese gemeenschappen, Het gebruik van additieven in levensmiddelen en de consument. Luxemburg (Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen) 1980; .Schoor, Hanke, Er staat niet wat er staat. Over voedsel, verpakking, reclame (Amsterdam 1984) uitgave van Vereniging Milieudefensie, A.M. van der Ham, Additieven in ons voedsel, verloedering of vooruitgang? (Den Haag 1986) uitgave van Voorlichtingsbureau voor de Voeding; Konsumenten Kontakt, Uit je bol door voedseladditieven? (Den Haag 1988).</div>
*<div id=5-8>[8] J.E. de Vries, Hijschwerktuigen (Haarlem 1947) 4e druk Deel II , 53-59. [1] Zie o.a. GAR, AGEM, doos 460, Verslag GEM over 1921.</div>
+
*<div id=5-8>[8] De benaming vitamines verdient volgens Voeding 41 (1980) 303 de voorkeur boven vitaminen. De gegevens over de geschiedenis zijn aan diverse artikelen in dit blad ontleend, zie: C. den Hartog, ‘Perioden in de ontdekking en waardering van vitamines’, Voeding 41 (1980) 303 de voorkeur boven vitaminen. De gegevens over de geschiedenis ervan zijn aan diverse artikelen in dit blad ontleend, zie: C. den Hartog, 'Perioden in de ontdekking en waardering van vitamines', Voeding 41 (1980) 45-54 en 89-95; E.H. Groot, 'Vijftig jaar vitamine B1', Voeding 37 (1976) 490-492; E.H. Groot, 'Robert R. Williams (1886-1965)', Voeding 37 (1976) 494-497; T. van den Briel-van Ingen, 'Beknopte geschiedenis van de voedingswetenschap in Nederland', Voeding 44 (1983) 160-169. Louis Rosenfeld, 'Vitamine-vitamin. The early years of discovery', Clinical Chemistry 43 (1977) 680-685.</div>
*<div id=5-9>[9] Zie o.a. GAR, AGEM, doos 460, Verslag GEM over 1921.</div>
+
*<div id=5-9>[9] Vitamine, Winkler Prins, negende druk (1993), 23-26. L.J.Machlin, Vitamins. Basics (Basel 1997).</div>
*<div id=5-10>[10] Voor deze alinea, zie: F.M.M. de Goey, Ruimte voor industrie. Rotterdam en de vestiging van industrie in de haven (Delft 1990) 45-56.</div>
+
*<div id=5-10>[10] Funk leverde wel een theoretische bijdrage, maar over zijn rol in de isolatie van vitamine B1 zijn de historici het niet eens; nationale eer speelt daarin mee.</div>
*<div id=5-11>[11] Het navolgende is gebaseerd op De Goey, Ruimte voor industrie en mondelinge mededelingen van deze auteur.</div>
+
*<div id=5-11>[11] H.J. Teuteberg, ‘The discovery of vitamins. Laboratory research, reception, industrial production’ in Alexander Fenton, Order and disorder, (Edinburgh 2000) te verschijnen. </div>
*<div id=5-12>[12] GAR, Archief Müller & Co. (verder AMÜ), inv. 1817, Fred D. Vines (chief engineer Hanna Company), ‘The Muller-Hanna ore-handling installation at the port of Rotterdam’, artikel in een onbekend tijdschrift, waarschijnlijk eind 1958 of begin 1959.</div>
+
*<div id=5-12>[12] Van 1912 tot 1936 was Grijns hoogleraar in de fysiologie in Wageningen, waar hij de betekenis van vitamine E voor de voortplanting ontdekte.</div>
*<div id=5-13>[13] L.P. de Stoppelaar (Hoogovens), ‘Müller-Hanna’s overslag- en opslagbedrijf “Botlek”’, De Ingenieur 71 nr. 15 (10 april 1959) W 79.</div>
+
*<div id=5-13>[13] P.J. van der Laan, ‘De vitaminen. Een beknopt overzicht’, Voeding 7 (1946/47)</div>
*<div id=5-14>[14] Voor dit en het navolgende, zie: GAR, AMÜ, inv. 1815, Afdeling Rederij/Technische Dienst, Notitie ertsoverslagbedrijf, 28 november 1955. </div>
+
*<div id=5-14>[14] Het vitamine-onderzoek duurt voort, maar de (voorlopig) laatste nieuwe synthese vond plaats in 1972 (Vitamine B12); in totaal zijn 13 vitamines ontdekt, al wordt wordt nog getwist over sterk verwante stoffen, L.J.Machlin, ‘Introduction’ in Vitamins (Basel 1997).</div>
*<div id=5-15>[15] GAR, AMÜ, inv. 1815, Verslag van het bezoek van mr. F. Vines, Chief Engineer van M.A. Hanna Coal & Ore Company te Cleveland, Ohio, 17 januari 1956.</div>
+
*<div id=5-15>[15] Voorbeelden zijn: ‘ Het vitamine C-gehalte van tomatensap van Nederlandse fabrieken’ Voeding 9 (1948) 111-113; ‘Een vergelijking in het vitamine C-gehalte bij bereiding in het groot, in open potten en in ‘hoge druk’ potten’ Voeding 12 (1951) 478.</div>
*<div id=5-16>[16] De rest van deze alinea is gebaseerd op een gesprek met J. Verschoof, sedert 1949 werkzaam bij Conrad Stork/Nelcon, op 8 september 1999 en op De Stoppelaar, ‘Müller-Hanna’, W79-84.</div>
+
*<div id=5-16>[16] Ch. Wilson, Geschiedenis van Unilever: een beeld van economische groei en maatschappelijke verandering (‘s Hertogenbosch 1984) 342-343, 379. </div>
*<div id=5-17>[17] Voor de achtergronden van de bouw van een walbedrijf door de GEM, zie vooral GAR, AGEM, inv 273b; voorts gesprekken met P.J.G. Furnée, voormalig directeur van de GEM, op 14 oktober 1999 en H.M.W. Croese, voormalig adviseur van de GEM, op 21 oktober 1999.</div>
+
*<div id=5-17>[17] A.P. den Hartog e.a., ‘Voedingsinformatie in reclame. Een analyse van 85 jaar voedingsmiddelenadvertenties’, Voeding 50 (1989) 224-229.</div>
*<div id=5-18>[18] GAR, AGEM, doos 482, Notulen Raad van Commissarissen van de HES van 8 mei 1959.</div>
+
*<div id=5-18>[18] R. Lotgering-Hillebrand, ‘Gezonde voeding’, in Nederlands gezinsboek (Amsterdam 1935/1938) 205-285, 208. </div>
*<div id=5-19>[19] AECT, inv 24766914, Statistische gegevens THB 1958-1965.</div>
+
*<div id=5-19>[19] Den Hartog, ‘Perioden in de ontdekking’, 94; G. Loggers, ‘Wettelijke regelingen met betrekking tot het vitamineren van levensmiddelen’ Voeding 30 (1969) 341-347.</div>
*<div id=5-20>[20] Agatz und Mühlradt, ‘Die Entwicklung der deutschen Seehäfen in den letzten 50 Jahren’, Jahrbuch der hHafenbautechnischen Gesellschaft 27/28 (1965) 7 (geen bronvermelding)</div>
+
*<div id=5-20>[20] R.D. Apple, Vitamania. Vitamins in American Culture’ (New Brunswick 1996).</div>
*<div id=5-21>[21] Gesprekken met W.G.J. Aalders, voormalig partner van D. Burger & Zn., op 17 juni 1999 en 4 april 2000.</div>
+
*<div id=5-21>[21] G. Huis in ’t Veld (red.), Voedsel. Productie, samenstelling, afzet, consumentenbelang (Amsterdam 1983) 252.</div>
*<div id=5-22>[22] Dit en het navolgende is gebaseerd op een gesprek met L.M. Burger, van 1957 tot 1967 werkzaam bij Thomsen’s Havenbedrijf, op 8 december 1999 en het in diens bezit zijnde rapport van Tanne Thomsen, Operational simulation for the CTU System, October 1965</div>
+
*<div id=5-22>[22] Uit de derde Voedselconsumptiepeiling in 1998 bleken paradoxale tendenzen: enerzijds bleef de ‘inname van belangrijke vitamines en mineralen onder de maat’, terwijl anderszijds (vergeleken met 1992) het gebruik van multivitaminepreparaten sterk steeg: ongeveer 25% van de bevolking consumeerde in 1998 voedingssupplementen. Bronnen: schriftelijke mededelingen Vitamine-informatiebureau, TNO-Voeding, 1998; Voedingscentrum, Zo eet Nederland 1998 (Den Haag 1998).</div>
*<div id=5-23>[23] AECT</div>
+
*<div id=5-23>[23] C. den Hartog e.a., Nieuwe voedingsleer (Utrecht 1988) 253-256.</div>
*<div id=5-24>[24] Zie o.a. George Chernowitz, ‘The next step in unitized cargo’, in: Progress in cargo handling, Vol 1,Papers read at the General Technical Conference of the International Cargo Handling Co-ordination Association, Naples, 1954 (London 1955) 269-280.</div>
+
*<div id=5-24>[24] ‘Enzym’, Grote Winkler Prins Encyclopedie (negende druk, Amsterdam 1991) dl. 8, 364-366.</div>
*<div id=5-25>[25] René de la Pedraja, A historical dictionary of the U.S. Merchant Marine and Shipping Industry (Westport 1994) 199-201.</div>
+
*<div id=5-25>[25] G.Beldman en A.G..J. Voragen, ‘Zetmeel- en sappenindustrie voorlopers in enzymtoepassing’, Speciale Ingrediënten, Voedingsmiddelentechnologie 28 (1995) 23, 36-38.</div>
*<div id=5-26>[26] B. Wiebenga, ‘Intercontinentaal vervoer van containers’, Rotterdam Europoort Delta 1966/2, 14.</div>
+
*<div id=5-26>[26] Max Dendermonde, Hoe wij het rooiden (Veendam 1979) 167-187.</div>
*<div id=5-27>[27] Hiervoor en volgende zie: H. van Driel, Samenwerking in haven en vervoer in het containertijdperk(Delft 1990) 173-194 en 227-231.</div>
+
*<div id=5-27>[27] Fysiche en chemische methoden van zetmeelmodificatie waren ook in zwang.</div>
*<div id=5-28>[28] Voor dit en het navolgende, zie: Loekie Hendriks, Dunlop en de technologische ontwikkeling in de haven van Rotterdam (Medelingen van het Sociologisch Instituut van de Erasmus Universiteit Rotterdam nr. 10, Ouderkerk a.d. IJssel 1973) en H. van Driel, ‘Arbeidsverhoudingen en sociaal beleid in de Rotterdamse haven’ in: H. van Driel (red.), Ontwikkeling van bedrijfskundig denken en doen: een Rotterdams perspectief (Delft 1993) 155-170.</div>
+
*<div id=5-28>[28] Beldman en Voragen, ‘Zetmeel- en sappenindustrie’, 36.</div>
*<div id=5-29>[29] ‘ECT-consultancy: het logische gevolg van de pioniersfunctie van ECT’, ECT Perspectief juni 1986, 8-13.</div>
+
*<div id=5-29>[29] Dit voorbeeld toont duidelijk de opeenvolging van problemen, oplossingen en nieuwe problemen, die herhaaldelijk zijn aan te treffen in de techniekontwikkeling. Het is gebaseerd op A. Schrauwers, 'Enzym verdringt vruchtepers'. G. van Maanen (red), Sporen van Wageningen. Een greep uit 75 jaar onderzoek van de landbouwuniversiteit 1918-1993 (Wageningen 1993) 76-81.</div>
*<div id=5-30>[30] Gesprek met G.J. Wormmeester op 30 november 1999, gesprekken met J.C. Rijsenbrij op 15 december 1999 en op 6 januari 2000.</div>
+
*<div id=5-30>[30] Van Maanen, Sporen van Wageningen.</div>
*<div id=5-31>[31] Zie ook interview met Wormmeester in Nieuwsblad Transport Weekend 4 mei 1991, 8-9.</div>
+
*<div id=5-31>[31] H.A Boekenoogen, ‘Vijftig jaren levensmiddelentechnologie in Nederland’, Chemisch Weekblad, 50 (1954) 65-70 en 69.</div>
*<div id=5-32>[32] Voor de vroege terughoudende houding van ECT tegenover automaterisering in het algemeen zie: G.J. Wormmeester, Enige opmerkingen over het automatiseren van containerhandling in havens, april 1972; voor specifieke technieken als telescopische spreaders en anti-slinger-systemen in de kranen, zie ‘Container spreader beams – making the vital link’, Cargo Systems januari 1978, 55-61, ‘Spreaders – users comment ..., Cargo Systems December 1993, 44 en AECT, inv. 17785700, RD 27, G.J. Wormmeester en J.C. Rijsenbrij, High througput terminals, paper Cargo Systems International Conference, London 19/20 november 1975, 7-8.</div>
+
*<div id=5-32>[32] Als maatstaf voor schadelijkheid wordt door toxicologen tegenwoordig voor een aantal stoffen de ADI-waarde (Acceptable Daily Intake) gehanteerd, de maximale hoeveelheid die mensen per kilo lichaamsgewicht mogen binnenkrijgen.</div>
*<div id=5-33>[33] Hiervoor en het volgende: R. Siebenfreund (NOHAB), ‘Containerhafen’, Handbuch fur Hafen- und Umschlagstechnik (verder HHU) 12 (1967) 50-54.</div>
+
*<div id=5-33>[33] G.J. van Meurs, ‘De Nederlandse Chemische Vereniging en het Keuringsdienstwezen in Nederland.’, Chemisch Weekblad, (1954), 70-71.</div>
*<div id=5-34>[34] Clifford Q. Brodie (Paceco), ‘Evolution of container handling cranes’ in: ICHCA, 40th anniversary review (London z.j. (1992)) 104-109.</div>
+
*<div id=5-34>[34] Symposium over 'ongewenste veranderingen in voedingsmiddelen en hun bestrijding; georganiseerd door de Sectie Voedingsleer van de Nederlandse Chemische Vereniging op 26 maart 1949 te Utrecht. Centraal Instituut voor Voedingsonderzoek TNO, Wageningen. Publicatie nr. 94-98 (overgedrukt uit het Chemisch Weekblad 45 (1949)).</div>
*<div id=5-35>[35] Hans Haacke, ‘Gabelstapler und Spezialfahrzeuge für den Containerumschlag’, HHU 13 (1968) 128-132.</div>
+
*<div id=5-35>[35] F.D. Tollenaar, Bestrijding van koelhuisgebreken van boter met behulp van antioxydanten, in het bijzonder met tetra-alkylthiuramdisulfiden (Utrecht 1953); vraaggesprek met A. van Otterloo, 17 juni 1998.</div>
*<div id=5-36>[36] ECT Van Huis tot Huis 16 januari 1973 (interview met C.A. Pemmelaar, chef van-carrier garage) </div>
+
*<div id=5-36>[36] J.F. Reith, Voeding 2 (1941) 197-204. </div>
*<div id=5-37>[37] ‘Double-action cranes – new straddle carrier’, Cargo Systems May 1976, 12-13.</div>
+
*<div id=5-37>[37] J.F. Reith, Wat eten wij? Over natuurlijke en bewerkte levensmiddelen (Zaltbommel 1956), 106-107.</div>
*<div id=5-38>[38] Het hierna volgende is gebaseerd op een gesprek met G.J. Wormmeester op 20 januari 2000, zie ook: Leonard Hupkes (Conrad Stork), ‘Automatisierung des Container-Umschlags in Zukunft: Stapelkrane’, Fördern und Heben 22 nr. 8 (1972) 452-456.</div>
+
*<div id=5-38>[38] Vaak werden textielkleurstoffen ook voor voedingsmiddelen gebruikt. J.F.Reith, Wat eten wij? 53.</div>
*<div id=5-39>[39] Het navolgende is vooral gebaseerd op de eerder aangehaalde gesprekken met Wormmeester en Rijsenbrij en met A. Nagel, vanaf 1980 werkzaam bij ECT, op 6 december 1999 en 9 februari 2000. Zie ook AECT, inv. 17785701, RD-38, A.A. Hoogendoorn, J.M.M. van Dorst, Container transportinstallatie, TH-sektie transportkunde, augustus 1975, 8-9 en Gary Booth, ‘New frontiers for multi-container trailer systems’, Cargo Systems October 1981, 51-55.</div>
+
*<div id=5-39>[39] O.A.Corver, Aaltje, nieuw Nederlandsch kookboek (Amsterdam 1993), 226-227.</div>
*<div id=5-40>[40] Het navolgende is ontleend aan: J.J. Borren, `Een nieuwe kraanconstructie', Polytechnisch Weekblad no. 37 (15 september 1922) 701-704.</div>
+
*<div id=5-40>[40] Vgl. ondermeer: J.Kamsteeg en M.I.A.Baas, E=Eetbaar? Alle e-nummers en de belangrijkste overige additieven (Haarlem 1988); M.Stasse-Wolthuis, J.G.A.J.Hautvast, Voedselveiligheid. Van teelt tot consument. (Alphen a/d Rijn/Brussel 1989); F. ten Hoor, 'VoedselveiIigheid, risico-overweging en risico perceptie', Landbouwkundig Tijdschrift 103 (1991) 8, 3; Konsumenten Kontakt, Additievenwijzer. Alles wat u moet weten over kleur-, geur-, smaakstoffen en conserveermiddelen in voedsel (Utrecht 1992).</div>
*<div id=5-41>[41] Onderzoek naar de "blijvende werkloosheid" en haar bestrijding. Rapport van de Commissie, ingesteld bij beschikking van den voorzitter van den Hoogen Raad van Arbeid, d.d. 18 december 1936 (Den Haag 1939) 145-149</div>
+
*<div id=5-41>[41] M. Schrover, ‘“Gij zult het bokje niet koken in de melk zijner de moeder”. Joodse ondernemers in de voedings- en genotmiddelenindustrie’, in: H. Berg, T. Wijsenbeek, E. Fischer (red.), Fabriqueur, fabrikant. Joodse ondernemers en ondernemingen in Nederland 1796-1940 (Amsterdam 1994) 160-190, aldaar 183-185.</div>
*<div id=5-42>[42] Wundram (Oberbaurat Hamburg), ‘Neuere Umschlagskräne, ihre Formen und Leistungen’, JhtG  14 (1934/35) 10-22, aldaar 13-14.</div>
+
*<div id=5-42>[42] De informatie over Quest is ontleend aan C. Dijkema, De geschiedenis van de Techniek in Geur- en smaakstoffen (Amsterdam 1998) ongepubliceerd stagerapport Vagroep Sociologie, 9-16.</div>
*<div id=5-43>[43] A. van der Horst, `Een en ander over draaikranen met verstelbare giek, waarbij de last zich horizontaal verplaatst', Polytechnisch Weekblad 17 nr. 18 (20 juli 1923), 565-569</div>
+
*<div id=5-43>[43] J.A. Buchel, ‘Aromatiseren, kunst of kunde?’, Naarden Nieuws, (1967) nr. 180, 2.</div>
 +
*<div id=5-44>[44] ‘De grondstoffen in de aroma’s oor voedings-en genotmiddelen’, Naarden Nieuws, (1966), nr. 177, 3.</div>
 +
*<div id=5-45>[45] Naarden Nieuws, (1969) nr. 200, 4.</div>
 +
*<div id=5-46>[46] J.Claasen, Tussen neus en lippen (Den Haag 1995), 31-33, 112; A.Ruiter, Natuurlijke voedseladditieven vragen nader onderzoek, Voedingsmiddelentechnologie 12 oktober 1989 no 29, 148-149. </div>
 +
*<div id=5-47>[47] J. Claassen, Tussen neus en lippen.133-134.</div>
 +
*<div id=5-48>[48] A.M. van der Ham, 'Additieven in ons voedsel, verloedering of vooruitgang?' (Den Haag 1988)
 +
*<div id=5-49>[49] A. van Otterloo ‘De herleving van de beweging voor natuurlijk en gezond voedsel 1890-1990’, Amsterdams Sociologisch Tijdschrift 10 (1983) 507-545.</div>
 +
*<div id=5-50>[50] Trouw, 24 mei 2000, 7.</div>
 +
*<div id=5-51>[51] R.A.Schilpzand, Voedseladditieven, op naar minder, VMT (1990) 14/15, 11-13. </div>
 +
*<div id=5-52>[52] M. Stasse-Wolthuis en A.C.Douwes (red), Eten als medicijn: voeding met anti-oxydanten (Houten/Diegem 1995), 92-93.</div>
 +
*<div id=5-53>[53] M. Feenstra, Voedselveiligheid: zorg voor of van de consument?, Landbouwkundig Tijdschrift 103 (1991) 8, 13-15; Consumentenadditievengids (Den Haag 1996), 4-5.</div>

Huidige versie van 19 sep 2007 om 11:55